Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3624/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Thailand: Gedwongen terugkeer van Sok Yuen naar Cambodja.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3624/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Thailand: Gedwongen terugkeer van Sok Yuen naar Cambodja.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3624/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Thailand: Gedwongen terugkeer van Sok Yuen naar Cambodja.

Publicatieblad Nr. 161 E van 10/07/2003 blz. 0118 - 0119


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3624/02

van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie

(16 december 2002)

Betreft: Thailand: Gedwongen terugkeer van Sok Yuen naar Cambodja

Sok Yuen is op 24 december 1999 gearresteerd na een klacht van een Thailandse politicus dat Thailand onderdak bood aan een Cambodjaanse terrorist. Twee maanden eerder was hij al gedwongen om bekentenissen af te leggen die op film vastgelegd werden. Na een aanvankelijke veroordeling tot zes maanden opsluiting wegens illegaal betreden van het grondgebied, is hij sinds het aflopen van zijn straf, op 26 juni 2000, gevangen gehouden in afwachting van de afloop van een Cambodjaans verzoek om uitlevering. Het verzoek was ingediend in een juridische context die geen uitlevering van personen mogelijk maakt die beschuldigd worden van politieke misdrijven. Daarop hebben de Cambodjaanse autoriteiten Sok Yuen die lid van een belangrijke oppositiepartij is, de Sam Rainsy-partij (SRP) ervan beschuldigd dat hij verantwoordelijk is voor een aanslag met een geleide raket op de Cambodjaanse eerste minister in 1998, naar het zeggen van eerste minister Hun Sen in persoon. De beschuldiging wordt zeer algemeen als ongegrond beschouwd. Onder die omstandigheden heeft het Thailandse Strafrechtelijk Hof besloten om Sok Yuen, een vluchteling en politiek gevangene, terug te sturen naar Cambodja, waar hij gevaar loopt om in een oneerlijk proces tot jaren gevangenisstraf veroordeeld te worden, naast andere schendingen van de rechten van de mens. Sok Yuen heeft van de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) in Thailand het statuut van vluchteling gekregen, en een aanbod om zich in een ander land te vestigen. Met zijn vluchtelingenstatuut wordt Sok Yuen erkend als persoon die gegronde redenen heeft om te vrezen voor vervolging op grond van zijn ras, godsdienst, nationaliteit of politieke meningen. Het besluit om Sok Yuen uit te leveren staat gelijk met gedwongen terugkeer en betekent daarmee een schending van het principe dat een vluchteling niet teruggestuurd mag worden naar het land dat hij ontvlucht is (non-refoulement), vastgelegd in de overeenkomst van 1951 over het vluchtelingenstatuut, artikel 33, lid 1. Het artikel bepaalt immers dat geen enkele vluchteling uitgewezen of teruggestuurd mag worden op ook maar enige wijze naar de grenzen van gebieden waar zijn leven of zijn vrijheid gevaar lopen wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, toebehoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke meningen. Hoewel Thailand de overeenkomst van 1951 niet geratificeerd heeft, heeft ze toch de waarde van een gewone wet die van toepassing is in alle landen, en dat geldt zeker voor het principe van non-refoulement.

Welke gegevens over de zaak van Sok Yuen bezit de Europese Commissie? Hoe denkt ze hem te helpen om zijn uitlevering te voorkomen en zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating te verkrijgen? Welke initiatieven denkt ze te nemen om de Cambodjaanse autoriteiten een einde aan de vervolging van democratische opposanten te laten maken en volledige eerbiediging van de grondrechten en vrijheden van alle Cambodjaanse burgers te verzekeren?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(10 januari 2003)

De Commissie kent de omstandigheden van de zaak van de heer Sok Yoeun. Uiteraard baart het de Commissie zorgen dat de gezondheid van de heer Yoeun er in de gevangenis op achteruit is gegaan, en zij is ervan op de hoogte dat Europese vertegenwoordigers recentelijk de Thaise en Cambodjaanse overheden hebben gevraagd de heer Yoeun toe te staan zich bij zijn familie in Finland te voegen.

De heer Sok Yoeun heeft beroep ingesteld tegen het vonnis waarbij zijn uitlevering is bevolen en het geachte parlementslid begrijpt ongetwijfeld dat de Commissie zich niet kan mengen in een gerechtelijke procedure die nog aan de gang is in een soevereine staat. De Commissie volgt de ontwikkelingen in de zaak en pleegt nauw overleg met de overheden, de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) en de vertegenwoordigers van de lidstaten in Thailand en Cambodja. De Commissie gelooft dat er een redelijke kans bestaat dat in deze zaak een positieve oplossing volgt, gebaseerd op humanitaire overwegingen.

De Commissie en de lidstaten volgen van nabij de politieke situatie en de toestand op het vlak van de mensenrechten in Cambodja. De Unie heeft recentelijk verschillende stappen ondernomen om bij de Koninklijke Regering van Cambodja uitdrukking te geven aan haar bezorgdheid over de toestand op het vlak van de mensenrechten in Cambodja.

Via het Europees Initiatief voor de mensenrechten en de democratie steunt de Gemeenschap initiatieven van niet-gouvernementele organisaties (NGO) om de mensenrechten in Cambodja te beschermen en te bevorderen. Verder voorziet het Nationaal Indicatief Programma voor Cambodja 2002-2004 in financiering ten belope van 10 miljoen euro voor een programma om goed bestuur te bevorderen, dat weldra zal worden opgestart.