Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3627/02 van Kathleen Van Brempt (PSE) aan de Commissie. Verhoging speelgoedprijzen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3627/02 van Kathleen Van Brempt (PSE) aan de Commissie. Verhoging speelgoedprijzen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3627/02

van Kathleen Van Brempt (PSE) aan de Commissie

(10 december 2002)

Betreft: Verhoging speelgoedprijzen

Consumentenverenigingen in Nederland en België doen momenteel onderzoek naar de winkelprijzen van speelgoed. In Nederland zegt de Consumentenbond genoeg signalen te hebben ontvangen dat winkeliers onderling gelijke prijzen afspreken en dat fabrikanten de prijzen kunstmatig hoog houden. De Consumentenbond meldt bovendien dat de prijs van de populairste spelen in twee jaar tijd met veertig procent is gestegen. Ook ziet de consumentenorganisatie een verlaat euro-effect: de prijs van veel speelgoed is met de komst van de euro naar boven afgerond. Soms betekent dat een stijging van 10 procent ten opzichte van vorig jaar.

Is de Commissie op de hoogte van onderlinge prijsafspraken op de speelgoedmarkt in Nederland en België en in de rest van de EU? Zo ja, wat doet ze hiertegen?

Is de Commissie ervan op de hoogte dat speelgoedverkopers hogere speelgoedprijzen vragen door de komst van de euro? Zo ja, kan de Commissie me hierover cijfers geven?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(17 januari 2003)

Het is de Commissie bekend dat consumentenverenigingen momenteel onderzoek doen naar de winkelprijzen van speelgoed op de Nederlandse en Belgische markten. Gezien het sterk nationale karakter van beide markten, is de Commissie van mening dat de vermeende prijsafspraken best behandeld worden door de nationale mededingingsautoriteiten. De Commissie werd op de hoogte gesteld van het feit dat er in dit opzicht reeds contacten bestaan tussen de Nederlandse mededingingsautoriteit en de betreffende consumentenvereniging.

Niet alleen de Commissie, maar ook niet-gouvernementele organisaties en onderzoeksinstellingen hebben de overschakeling van contant geld op de euro in januari 2002 op de voet gevolgd.

Onderzoek van Eurostat(1) toont aan dat de overgang naar de euro geleid heeft tot enkele prijsverhogingen voor specifieke producten, zoals restaurants & cafés en kapsalons. Desalniettemin bleven de gevolgen voor de prijzen in de eurozone over het algemeen beperkt. Voor de artikelen uit het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen, ligt de prijsverhoging hoogstwaarschijnlijk tussen 0,0 en 0,2 %.

Op het gebied van speelgoed, heeft Eurostat de meest gedetailleerde gegevens over de productengroep spellen, speelgoed en hobby's (COICOP 09.3.1 een rechtstreeks aan het geachte parlementslid en aan het Secretariaat-generaal van het Parlement gezonden bijlage omschrijft nauwkeurig wat dit omvat).

Voor Nederland bedroeg de inflatie voor de periode van 12 maanden per einde november 2002 voor spellen, speelgoed en hobby's 0,6 %, terwijl die voor alle artikelen 4,1 % beliep. De inflatie voor België voor spellen, speelgoed en hobby's bedroeg 1,2 %, tegenover 1,6 % voor alle artikelen. Derhalve bleven de prijsverhogingen voor deze productengroep in beide landen lager dan het gemiddelde voor alle consumptieproducten.

Deze vergelijkingen tonen aan dat, terwijl de prijzen voor afzonderlijke speelgoedartikelen misschien sterk zijn gestegen, er geen uitzonderlijke prijsverhoging lijkt te zijn voor speelgoed in het algemeen.

(1) Zie Eurostat News Release nr. 23/2002 van 28 februari 2002, nr. 58/2002 van 16 mei, en nr. 84/2002 van 17 juli.