Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3868/02 van Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE)en Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie. Wet op de Nederlandse studiefinanciering.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3868/02 van Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE)en Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie. Wet op de Nederlandse studiefinanciering.

3.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/709


(2004/C 84 E/0796)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3868/02

van Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE) en Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie

(10 januari 2003)

Betreft: Wet op de Nederlandse studiefinanciering

In Nederland wordt studiefinanciering verleend aan leerlingen boven de 18 jaar. Dit geldt voor alle onderwijsvormen. Voor leerlingen boven de 18 jaar wordt geen kinderbijslag meer uitgekeerd.

Wanneer de betreffende leerling in België of Duitsland onderwijs volgt, wordt wel studiefinanciering verleend voor het volgen van hoger en universitair onderwijs, maar niet voor het volgen van secundair, lager of middelbaar beroepsonderwijs.

De Nederlandse overheid staat het studeren in België en Duitsland in het kader van de Nederlandse leerplichtwet wel toe. Ook worden de behaalde Duitse dan wel Belgische diploma's in Nederland als volwaardige diploma's erkend.

1.

Is de Commissie van mening dat het niet toekennen van Nederlandse studiefinanciering aan kinderen (ouder dan 18 jaar) die in België dan wel in Duitsland secundair (beroeps)onderwijs volgen, in strijd is met „het vrij verkeer van diensten” (een erkende buitenlandse opleiding volgen) respectievelijk „het vrij verkeer van personen”?

2.

Is de Commissie van mening dat het niet toekennen van Nederlandse studiefinanciering aan kinderen (ouder dan 18 jaar) die in België dan wel in Duitsland secundair (beroeps)onderwijs volgen, in strijd is met artikel 149 resp. artikel 150 van het EG-Verdrag omdat de Nederlandse overheid daardoor de mobiliteit van studenten belemmert?