Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0339/02 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Richtlijn arbeidstijd.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0339/02 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Richtlijn arbeidstijd.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0339/02

van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie

(12 februari 2002)

Betreft: Richtlijn arbeidstijd

De momenteel van kracht zijnde richtlijn arbeidstijd biedt in individuele gevallen de mogelijkheid vrijgesteld te worden van de regel betreffende een maximale werkweek van 48 uur. Wanneer deze vrijstellingsregeling komt te vervallen zullen veel bedrijven, en met name seizoensgebonden ondernemingen, gedwongen worden meer personeel in dienst te nemen en zullen zij hun algehele kosten omhoog zien gaan.

Heeft de Commissie een volledige studie verricht betreffende de gevolgen van de opheffing van deze vrijstellingsregeling?

Heeft de Commissie goed stilgestaan bij de gevolgen voor seizoenarbeiders, zoals die bijvoorbeeld maar niet uitsluitend zullen optreden voor personen die werken aan formule-één-raceauto's?

Kan de Commissie bijzonderheden verstrekken met betrekking tot deze studie en de bevindingen daarvan?

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(20 maart 2002)

Artikel 18, punt 1, onder b), i), van de richtlijn arbeidstijd(1) bepaalt dat een lidstaat kan besluiten artikel 6 (maximale wekelijkse arbeidstijd van 48 uur) niet toe te passen, mits de werknemer ermee heeft ingestemd om meer dan achtenveertig uur tijdens een periode van zeven dagen te werken.

Het Verenigd Koninkrijk is de enige lidstaat die van deze mogelijkheid om artikel 6 niet toe te passen gebruik heeft gemaakt.

Artikel 18, punt 1, onder b), i) voorziet voorts in een heroverweging van deze bepaling in 2003. Bepaald wordt dat:

Vóór het verstrijken van een periode van zeven jaar, te rekenen vanaf de in artikel 18, lid 1, onder a), genoemde datum (23 november 1996), bespreekt de Raad aan de hand van een voorstel van de Commissie, dat vergezeld gaat van een evaluatieverslag, de bepalingen van dit lid opnieuw en beslist hij welk gevolg daaraan moet worden gegeven.

Een uitnodiging tot inschrijving voor een studie omtrent de gevolgen van deze bepaling is onlangs toegezonden aan onafhankelijke nationale deskundigen. Deze studie dient een overzicht te bieden van de toepassing van artikel 18, punt 1, onder b), i) in het Verenigd Koninkrijk. In deze studie dient de aandacht met name uit te gaan naar de standpunten van de sociale partners en dienen de beslissingen van de voor de handhaving van de nationale regelgeving inzake arbeidstijd verantwoordelijke instanties geanalyseerd te worden.

De Commissie zal te zijner tijd aan de hand van de conclusies van de studie en haar eigen bevindingen het evaluatieverslag opstellen.

(1) Richtlijn 93/104/EG van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, PB L 307 van 13.12.1993.