Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0510/02 van Professor Sir Neil MacCormick (Verts/ALE) aan de Commissie. Godsdienstvrijheid.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0510/02 van Professor Sir Neil MacCormick (Verts/ALE) aan de Commissie. Godsdienstvrijheid.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0510/02

van Professor Sir Neil MacCormick (Verts/ALE) aan de Commissie

(25 februari 2002)

Betreft: Godsdienstvrijheid

Is de Commissie op de hoogte van de Franse wet van 30 mei 2001 betreffende de beperking van de godsdienstvrijheid ter bescherming van de samenleving tegen bedreigingen als gevolg van gevaarlijke sekten? Is de Commissie van mening dat, met het oog op het belang van godsdienstvrijheid als Europees grondrecht, de wet van 30 mei voldoende doelgericht is om schending van de rechten in de zin van artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie te voorkomen?

Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie

(2 april 2002)

De aandacht van de Commissie werd verschillende malen gevestigd op de Franse wet nr. 2001-504 die gericht is op meer preventie en repressie ten aanzien van sectenbewegingen, waardoor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden worden aangetast waarnaar het geachte parlementslid verwijst.

De hierboven bedoelde Franse wetgeving valt niet binnen de werkingssfeer van het Gemeenschapsrecht. De Commissie is derhalve niet bij machte te interveniëren.

Hoewel de Commissie een recht heeft om initiatieven te nemen in het kader van artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, blijft een en ander beperkt tot gevallen van ernstige en aanhoudende schending door een lidstaat van de beginselen bedoeld in artikel 6, lid 1, wat duidelijk niet het geval is.

De Commissie zou eraan toe willen voegen dat, indien een persoon van oordeel is dat zijn of haar grondrechten werden geschonden, altijd de mogelijkheid bestaat om zich tot het Europees Hof van de mensenrechten te wenden nadat alle interne middelen werden aangewend.