Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0592/02 van Marianne Thyssen (PPE-DE) aan de Commissie. Verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen - verplichting voor verzekeringsondernemingen tot aanvaarding van kandidaatverzekeringnemers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0592/02 van Marianne Thyssen (PPE-DE) aan de Commissie. Verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen - verplichting voor verzekeringsondernemingen tot aanvaarding van kandidaatverzekeringnemers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0592/02

van Marianne Thyssen (PPE-DE) aan de Commissie

(25 februari 2002)

Betreft: Verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen verplichting voor verzekeringsondernemingen tot aanvaarding van kandidaatverzekeringnemers

Op grond van artikel 3 van richtlijn 72/166/EEG(1) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid heeft elke lidstaat de nodige regelgeving uitgewerkt opdat de wettelijke aansprakelijkheid m.b.t. de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen die gewoonlijk op zijn grondgebied zijn gestald, door een verzekering is gedekt.

In de praktijk blijken bepaalde verzekeringsondernemingen vaak enkel kandidaatverzekeringnemers te willen verzekeren die een (zeer) gering verzekeringsrisico vormen, waarbij de verzekeringsondernemingen zich voornamelijk laten leiden door de statistische kans dat een bepaalde kandidaatverzekeringnemer aan de basis zou kunnen liggen van een schadeclaim. Verzekeringsondernemingen richten zich zo op die niches in de verzekeringsmarkt waar het risico op de uitbetaling van schadeclaims minimaal is en de winst dus maximaal.

Dit soort ondernemingsstrategie heeft tot gevolg dat bestuurders die vanuit louter statistisch oogpunt een groter verzekeringsrisico vormen, zoals bijvoorbeeld jongeren of senioren, het steeds moeilijker hebben om nog een verzekeringsonderneming te vinden die bereid is om hen te verzekeren, zelfs al lagen deze bestuurders in het verleden nog nooit aan de basis van een schadeclaim. Dit leidt er in de praktijk toe dat het aantal niet-verzekerde bestuurders sterk toeneemt, met alle gevolgen vandien, zoals een toename van het aantal vluchtmisdrijven ingeval van een ongeval, enerzijds, en de uitsluiting van bepaalde personen van bepaalde vervoersmiddelen door eenzijdige arbitraire beslissing van verzekeringsondernemingen, anderzijds.

Meent de Commissie niet dat een dergelijk acceptatiebeleid het principe dat ten grondslag ligt aan de verzekeringsplicht, met name te zorgen voor risicodekking en risicodeling, ondermijnt? Is de Commissie van plan of bereid wetgevende voorstellen in te dienen om deze commerciële praktijk te verhinderen? Acht de Commissie het vanuit de zorg om eerlijke concurrentieverhoudingen op de interne markt niet aangewezen om aan verzekeringsondernemingen de algemene verplichting op te leggen elke kandidaatverzekeringnemer die geen rijverbod vanwege een gerechtelijke instantie is opgelegd, onder bepaalde voorwaarden te aanvaarden?

(1) PB L 103 van 2.5.1972, blz. 1.

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(26 maart 2002)

Het is juist dat bepaalde risicogroepen hun motorrijtuigen slechts tegen een hoge kostprijs kunnen verzekeren. Zoals het geachte parlementslid opmerkt kan dit ertoe leiden dat sommige bestuurders niet verzekerd zijn. Toch werden reeds in een aantal lidstaten mechanismen tot stand gebracht om te garanderen dat alle groepen bestuurders, ongeacht het risico, steeds de mogelijkheid hebben deze wettelijke verplichte verzekering af te sluiten. Tijdens de herziening van de motorrijtuigenverzekering die momenteel door de Commissie wordt uitgevoerd, heeft geen enkele deskundige van de lidstaten voorgesteld om terzake een geharmoniseerd communautair mechanisme in te voeren.

Voorts dient erop te worden gewezen dat de contractuele verhoudingen tussen verzekeringsondernemingen (alsook andere financiële instellingen) en hun klanten gebaseerd zijn op het beginsel van de vrijheid om contracten te sluiten en prijzen vast te stellen, zodat geen enkele partij kan worden verplicht een verzekeringsovereenkomst aan te gaan. In de derde schadeverzekeringsrichtlijn (92/49/EEG)(1) wordt met het oog op de totstandbrenging van de interne markt op verzekeringsgebied bepaald dat tarieven van verzekeringspolissen vrij kunnen worden vastgesteld en wordt de voorafgaande of systematische goedkeuring van tarieven en polissen afgeschaft, ook op het gebied van motorrijtuigenverzekering.

De Commissie is van mening dat een transparante en geïntegreerde interne markt op verzekeringsgebied waarbij verzekeringsondernemingen wat de dekking van de motorrijtuigenverzekering betreft, daadwerkelijk met elkaar concurreren, de burgers in staat zal stellen gemakkelijker en tegen een lagere kostprijs verzekeringsdekking te vinden voor hun rijtuigen.

(1) Richtlijn 92/49/EEG, PB L 228 van 11.8.1992.