Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0627/02 van Wolfgang Kreissl-Dörfler (PSE) aan de Commissie. Richtlijn inzake het behoud van de vogelstand.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0627/02 van Wolfgang Kreissl-Dörfler (PSE) aan de Commissie. Richtlijn inzake het behoud van de vogelstand.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0627/02

van Wolfgang Kreissl-Dörfler (PSE) aan de Commissie

(6 maart 2002)

Betreft: Richtlijn inzake het behoud van de vogelstand

De Commissie heeft in 1999 een inbreukprocedure tegen de Bondsrepubliek Duitsland aangespannen (klacht nr. 1999/4095) wegens onvolledige tenuitvoerlegging van richtlijn 79/409/EEG(1) (richtlijn inzake het behoud van de vogelstand) in het kader van de nationale Duitse jachtwet. Hoewel de Commissie de Bondsregering reeds enkele malen schriftelijk heeft aangemaand, heeft deze tot dusverre nog niet eens de verordening inzake de nationale jachttijden gewijzigd, krachtens welke de jacht op vogels, zelfs tijdens hun terugkeer van de plaatsen waar zij hebben overwinterd en tijdens de paartijd, nog altijd is toegestaan. In plaats daarvan heeft de bondsregering bij de Commissie een werkgroep laten instellen, die interpretatiesteun moet leveren om eventuele omzeiling van het verbod op de voorjaarsjacht (artikel 7 van de richtlijn inzake het behoud van de vogelstand) aan te tonen.

1. Wie maakt deel uit van deze werkgroep?

2. Hoeveel tijd heeft de Commissie de werkgroep gegeven voor het vaststellen van deze interpretatiesteun?

3. Zijn volgens de Commissie de met betrekking tot artikel 9 van de richtlijn reeds vastgestelde arresten van het Hof van Justitie en van nationale bestuurlijke rechtbanken niet voldoende en bestaat er werkelijk behoefte aan extra hulp bij de interpretatie?

4. Welke maatregelen is de Commissie voornemens te treffen om de bondsregering die ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de vogelbeschermingsrichtlijn tot dusverre alleen maar toezeggingen heeft gedaan, tot een snellere omzetting van de richtlijn aan te sporen?

(1) PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1.

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(2 mei 2002)

De oprichting van een werkgroep om de Commissie te assisteren bij het opstellen van richtsnoeren voor de interpretatie van de jachtbepalingen in de vogelrichtlijn, Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, heeft plaatsgevonden op initiatief van de Commissie en is goedgekeurd door alle lidstaten in het kader van het Comité voor de aanpassing van de vogelrichtlijn aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.

Dit is een logische voortzetting van de thans voltooide werkzaamheden in verband met de belangrijke concepten van artikel 7, lid 4, betreffende de voortplantingsperiode en trek naar de nestplaatsen van vogelsoorten van bijlage II in de EU.

1. De werkgroep is samengesteld uit deskundigen van BirdLife International, de Federatie van jagersverenigingen in de EU (FACE) en officiële vertegenwoordigers van Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Finland en het Verenigd Koninkrijk.

2. Het is de bedoeling dat in de loop van 2002 een Commissiedocument beschikbaar komt.

3. De gids zal volledig in overeenstemming zijn met de jurisprudentie van het Hof van Justitie op het gebied van de jacht en zal worden gebaseerd op gedegen wetenschappelijke grondslagen. Er zijn echter nog steeds kwesties in verband met de jacht waarvoor het Hof geen interpretatie heeft gegeven (zo heeft de Franse Conseil d'Etat onlangs vragen over de mogelijke toepassing van afwijkingen van artikel 9 in verband met de jacht voorgelegd aan het Hof). De Commissie heeft in verband met het opstellen van de gids vanaf het begin benadrukt dat de definitieve interpretatie van de milieuwetgeving is voorbehouden aan het Hof.

De Commissie vervolgt de veronderstelde inbreuk op de vogelrichtlijn door een aantal bepalingen in de Duitse federale en regionale jachtwetgeving in het kader van zaak 1999/4095. Op 20 december 2001 heeft de Commissie besloten de zaak voor te leggen aan het Hof. Sindsdien hebben zich nieuwe ontwikkelingen in de Duitse wetgeving voorgedaan en andere zullen binnenkort volgen. Deze moet de Commissie nader onderzoeken voordat het besluit om de zaak voor te leggen aan het Hof kan worden uitgevoerd.