Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0806/02 van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Commissie. Verkeersongelukken in de Europese Unie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0806/02 van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Commissie. Verkeersongelukken in de Europese Unie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0806/02

van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Commissie

(21 maart 2002)

Betreft: Verkeersongelukken in de Europese Unie

Bij de opening van het elfde internationale wereldcongres voor de voorkoming van ongelukken op de weg in Madrid is erop gewezen dat er in de Europese Unie elk jaar meer dan 40 000 mensen het leven verliezen op de weg en dat ongeveer 1 600 000 personen zwaar gewond raken bij verkeersongevallen. Bij dergelijke cijfers kunnen de werkzaamheden van organisaties als Tispol (Europees netwerk verkeerspolitie), die zorgen voor uitwisseling van gegevens tussen de verschillende Europese politiekorpsen, rechtstreeks een positieve invloed uitoefenen op de veiligheid van de wegen in de Europese Unie. Hoe zien de jongste gegevens van de Europese Commissie over de ontwikkeling van het aantal ongevallen in stedelijk gebied eruit? Zijn in Tispol alle Europese korpsen verkeerspolitie vertegenwoordigd? In hoever kunnen de ervaringen van Tispol dienstig zijn voor andere landen buiten de Europese Unie?

Het Europees automobielpark groeit voortdurend, zoals blijkt uit de cijfers van de laatste 10 jaar. Met die factor zou een toename van de veiligheid op onze wegen gepaard moeten gaan, maar er zijn nog altijd verschillen in de regelgeving op zulke belangrijke punten als de opsporing van het alcoholgehalte in het bloed en gebruik van verdovende middelen door autobestuurders. In hoever acht de Europese Commissie het nodig om niet alleen de verschillende veiligheidsregels voor het wegverkeer en de strafregelingen van de lidstaten te harmoniseren, maar ook de middelen en technieken die in gebruik zijn om in de Europese Unie de veiligheid op de weg te verzekeren? Welke maatregelen heeft de Commissie getroffen om te voorkomen dat verkeersongelukken de eerste doodsoorzaak vormen bij Europese jongeren tussen de 14 en 25 jaar?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(6 mei 2002)

Hoewel de situatie geenszins als toereikend beschouwd kan worden vindt er in de Unie een grotere afname van verkeersongelukken in de stedelijke gebieden plaats dan in andere gebieden. Met name neemt het aantal doden in de stedelijke gebieden ieder jaar sneller af dan elders.

Politiediensten in alle lidstaten behalve Luxemburg, Oostenrijk en Portugal zijn momenteel vertegenwoordigd in de Raad van Tispol (Traffic Information System Police, het Europees netwerk van verkeerspolitiediensten). Noorwegen, Slovenië en Zwitserland zijn ook lid van Tispol en er zijn nog een aantal andere Europese landen die betrokken zijn bij operaties die op initiatief van Tispol genomen zijn. Tsjechië, Hongarije en Polen hebben te kennen gegeven dat zij toekomstig lidmaatschap overwegen. In de toekomst zou Tispol een rol kunnen spelen in de verbetering van de veiligheid op de weg in de nieuwe lidstaten, door de uitwisseling van know-how en van de beste praktijken en door gezamenlijke acties te ondernemen.

De Commissie is van mening dat de harmonisatie van bepaalde regelgeving, sancties en controle, evenals de goedkeuring van richtsnoeren betreffende de beste methoden op het gebied van technieken en middelen onmisbaar zijn voor de verbetering van de veiligheid op de Europese wegen. Voor meer details over de reeds genomen en toekomstige initiatieven van de Commissie verwijzen wij het geachte parlementslid naar het hoofdstuk onveiligheid op de weg in het Witboek over het Europese vervoersbeleid(1).

Met betrekking tot meer bepaald de jongeren tussen de 14 en 25 jaar heeft de Commissie in 2001, zoals reeds eerder, subsidies toegekend voor verschillende bewustmakingscampagnes die speciaal gericht zijn op deze bevolkingsgroep. In 2002 is het de bedoeling de op nationaal en lokaal niveau succesvol uitgevoerde maatregelen te beoordelen, zodat er een gids voor goede praktijken samengesteld en verspreid kan worden.

In ieder geval moet de veiligheid op de weg in al haar aspecten als een gezamenlijke verantwoordelijkheid beschouwd worden. Een aanzienlijke verbetering van de situatie kan alleen plaatsvinden als alle actoren (gebruikers, vervoersondernemingen, fabrikanten, onderwijzers, politiediensten) op alle niveaus (communautair, nationaal, regionaal en lokaal) vastbesloten zijn actie te ondernemen.

(1) Witboek Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen, doc. COM(2001) 370 def.