Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0823/02 van Karl von Wogau (PPE-DE) aan de Commissie. Beoordeling van de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0823/02 van Karl von Wogau (PPE-DE) aan de Commissie. Beoordeling van de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0823/02

van Karl von Wogau (PPE-DE) aan de Commissie

(25 maart 2002)

Betreft: Beoordeling van de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen

Weet de Commissie dat het ontbreken van een beoordeling van de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen zowel voor de consumenten als de boeren onzekerheid veroorzaakt?

Wanneer meent de Commissie die beoordeling te zullen beëindigen?

Hoe staat de Commissie tegenover de daardoor veroorzaakte concurrentiedistorsies en onzekerheid bij consumenten en boeren?

In Baden-Württemberg werden in verschillende soorten vruchten residuen van gewasbeschermingsmiddelen aangetroffen. Verschillende boeren hebben toegegeven dat ze in Italië gewasbeschermingsmiddelen hadden gekocht. De werkzame stoffen zijn daar te koop voor een prijs die zeven à tien keer lager ligt dan in Duitsland. Werkzame stoffen die in de Bondsrepubliek Duitsland inmiddels verboden zijn, kunnen in Italië probleemloos worden gekocht. Voor de vruchten van de daarmee behandelde bomen en struiken geldt echter in alle lidstaten het vrije verkeer. Dat is in het nadeel van de Duitse boeren. Zij mogen niet alle sproeimiddelen gebruiken, wat tot geringere kwaliteit kan leiden, en bovendien zijn de in Duitsland toegelaten gewasbeschermingsmiddelen aanzienlijk duurder. De eindproducten staan op de levensmiddelenmarkt evenwel rechtstreeks in concurrentie met elkaar.

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(24 april 2002)

De Commissie is zich ten volle bewust van het feit dat de beoordeling van de gewasbeschermingsmiddelen zo snel mogelijk moet plaatsvinden om ervoor te zorgen dat alleen producten die voldoen aan de hoge veiligheidseisen van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1) op de markt kunnen blijven. In haar verslag aan de Raad en het Parlement van juni 2001(2) heeft de Commissie de redenen voor de vertraging aangegeven en maatregelen voorgesteld om de beoordeling in 2008 af te ronden.

Voor de aspecten in verband met concurrentiedistorties verwijst de Commissie het geachte parlementslid naar het antwoord dat zij heeft gegeven op schriftelijke vraag P-0567/02 van de heer Langen(3).

(1) PB L 230 van 19.8.1991.

(2) COM(2001) 444 def.

(3) PB C 160 E van 4.7.2002, blz. 223.