Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0870/02 van Jonas Sjöstedt (GUE/NGL) aan de Commissie. Onderzoek van eventuele overtreding van de mededingingswetgeving.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0870/02 van Jonas Sjöstedt (GUE/NGL) aan de Commissie. Onderzoek van eventuele overtreding van de mededingingswetgeving.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0870/02

van Jonas Sjöstedt (GUE/NGL) aan de Commissie

(2 april 2002)

Betreft: Onderzoek van eventuele overtreding van de mededingingswetgeving

Eind 2000 werden de Zweedse staat en Apoteksbolag bij de Commissie aangegeven wegens schending van het Verdrag. De geneesmiddelendistributeur Kronan Droghandel zat achter de aangifte. Kronan reageerde op de plannen die Apoteksbolag en de Zweedse regeringen samen hadden gemaakt voor het opzetten van regionale distributiecentra. Hiermee beoogde de Zweedse regering nieuwe werkgelegenheid te scheppen op plaatsen die te lijden hadden onder de opheffing van militaire eenheden.

Kronan was van mening dat Apoteksbolag in geval van deelneming aan de markt voor distributie van geneesmiddelen de dominante positie zou versterken die het op de markt van geneesmiddelen inneemt door zijn verkoopmonopolie. Daarom was er volgens Kronan sprake van overtreding van de (van de Gemeenschapsvoorschriften overgenomen) Zweedse mededingingswetgeving, uit hoofde waarvan het uitbuiten van een dominante positie verboden is. Kronan is van mening dat de Zweedse regering en Apoteksbolag op deze manier hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag niet nakomen.

De Commissie wordt verzocht te onderzoeken of de aangifte gefundeerd is. Hoe is de zaak door haar afgehandeld?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(22 mei 2002)

De Commissie heeft inderdaad op 15 december 2000 een klacht ontvangen over het plan van het Zweedse staatsbedrijf Apoteksbolaget om zijn wettelijk kleinhandelsmonopolie voor geneesmiddelen in Zweden uit te breiden tot de groothandel in geneesmiddelen, waardoor in feite concurrentie op de groothandelsmarkt wordt uitgesloten.

Aangezien echter op grond van de Zweedse concurrentiewet (die precies naar voorbeeld van de communautaire concurrentiewetgeving is opgesteld) een soortgelijke klacht is ingediend bij de Zweedse mededingingsinstantie, besloot de Commissie dat de Zweedse Autoriteit in het onderzoek van de beschuldigingen de leiding moest nemen. Dit was normaal omdat het geval in de eerste plaats Zweden betrof. Bovendien strookt dat met de door de Commissie geplande modernisering van de artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag, waarbij aan de nationale instanties en rechtbanken een grotere rol wordt toebedeeld(1).

In haar besluit van 6 juni 2001, heeft de Zweedse mededingingsinstantie geconcludeerd dat er geen reden was om in deze zaak een besluit te nemen omdat de Apoteksbolaget de plannen tot uitbreiding van zijn activiteiten had ingetrokken. Dientengevolge heeft de klager zijn bij de Commissie ingediende klacht ingetrokken. De bij de Commissie aangespannen zaak over de door het geachte parlementslid vermelde klacht is bijgevolg gesloten.

(1) De rechtsgrond voor de geplande modernisering van de communautaire mededingingswetgeving is het voorstel van de Commissie van 27 september 2000 voor een verordening van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1017/68, Verordening (EEG) nr. 2988/74, Verordening (EEG) nr. 4056/86 en Verordening (EEG) nr. 3975/87 (uitvoeringsverordening van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag), PB C 365 E van 19.12.2000.