SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1225/02 van Alejandro Cercas (PSE) aan de Raad. Interlandelijke adoptie in Roemenië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1225/02 van Alejandro Cercas (PSE) aan de Raad. Interlandelijke adoptie in Roemenië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1225/02
van Alejandro Cercas (PSE) aan de Raad
(29 april 2002)
Betreft: Interlandelijke adoptie in Roemenië
Kan de Raad in het licht van de resolutie van het Europees Parlement over de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie en de spoedverordening van de Roemeense regering van 7 december 2001 antwoord geven op de volgende vragen:
1. Hoe staat het op dit moment met de interlandelijke adoptiedossiers waarvan de afhandeling is gestaakt en welke dossiers bevinden zich in de situatie vermeld in artikel 1, lid 1 van de spoedverordening van 7 december 2001?
2. Op welke termijn zullen de interlandelijke adoptieprocedures precies worden hervat?
3. Wat zijn de kansen op hervatting van de toewijzing van minderjarigen aan de adoptiedossiers die zich voor juni 2001 in Roemenië bevonden, zoals het geval is met de 11 dossiers van gezinnen uit Extremadura?
Gecombineerd Antwoordop de schritftelijke vragen E-1125/02 en E-1225/02
(30 september 2002)
De Raad is er zich van bewust dat deze zaak gevoelig ligt en begrijpt de ongerustheid van gezinnen uit de EU van wie de aanvraag voor de adoptie van Roemeense kinderen reeds op wettige wijze was behandeld toen de Roemeense regering in oktober 2001 een moratorium op internationale adopties aankondigde.
Het is van belang eraan te herinneren dat de opschorting van internationale adopties door de Roemeense regering een reactie was op de bezorgdheid die, onder andere, door de Europese Commissie was geuit over ernstige gebreken in de Roemeense wetgeving en praktijk aangaande dergelijke adopties. Het herziene toetredingspartnerschap voor Roemenië, dat de Raad op 28 januari 2002 heeft aangenomen, bepaalt dat Roemenië het geldende moratorium op internationale adoptie moet handhaven totdat nieuwe wetgeving is aangenomen die de belangen van het kind beschermt en in overeenstemming is met de verplichtingen van Roemenië, en totdat de administratieve capaciteit om de nieuwe wetgeving uit te voeren gegarandeerd is.
Hoewel ze het algemeen moratorium handhaaft, heeft de Roemeense regering in december 2001 maatregelen genomen om de afronding van adoptieprocedures mogelijk te maken voor zaken die reeds bij rechtbanken in behandeling waren op het ogenblik dat internationale adopties werden opgeschort. Volgens de laatste beschikbare gegevens is er nu een regeling getroffen voor alle zaken (waaronder die van gezinnen uit de EU) die de rechtbanken reeds hadden afgehandeld of nog behandelden op het ogenblik dat internationale adopties in oktober 2001 werden opgeschort.
Tegelijkertijd heeft de Roemeense regering maatregelen genomen om andere zaken waarin de omstandigheden als uitzonderlijk kunnen worden beschouwd, naar de rechtbank te verwijzen. In totaal zijn er nu vijftig zulke zaken naar de rechtbank verwezen.
In april 2002 heeft een onafhankelijke werkgroep de Roemeense regering een rapport bezorgd over adopties tussen landen onderling. Minister-President Nastase verwelkomde het rapport als een basis voor toekomstig beleid inzake internationale adopties en gaf te kennen dat het geheel van wetten dat door de onafhankelijke werkgroep werd voorgesteld, eind 2002 zal worden aangenomen. Ondertussen zullen er stappen worden ondernomen teneinde de administratieve capaciteit om deze wetgeving uit te voeren, te vergroten.
De Europese Unie neemt nota van deze positieve ontwikkelingen, maar zal de situatie van nabij blijven volgen en het onderwerp blijven aankaarten in bevoegde fora, met name in de door de Europa-overeenkomst EU-Roemenië ingestelde organen.