Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1308/02 van Kathalijne Buitenweg (Verts/ALE) aan de Commissie. Minimumstandaarden inzake de detentieomstandigheden voor illegale immigranten en asielzoekers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1308/02 van Kathalijne Buitenweg (Verts/ALE) aan de Commissie. Minimumstandaarden inzake de detentieomstandigheden voor illegale immigranten en asielzoekers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1308/02

van Kathalijne Buitenweg (Verts/ALE) aan de Commissie

(7 mei 2002)

Betreft: Minimumstandaarden inzake de detentieomstandigheden voor illegale immigranten en asielzoekers

Het detentieregime voor illegale immigranten en asielzoekers in de Europese Unie gaat veel verder dan het regime voor criminele gevangenen. In een groot aantal EU-landen bestaat een aanzienlijk percentage van het aantal gedetineerden uit migranten die de immigratie- of vreemdelingenwetten hebben overtreden, en asielzoekers. Hun procedurele rechten worden stelselmatig met voeten getreden en de omstandigheden waarin zij opgesloten zitten, zijn vaak diep treurig en onder de maat. Een en ander is gebleken uit een rapport dat Human Rights Watch onlangs bekend heeft gemaakt. Het discussiestuk van de Europese Commissie inzake een minimum aan procedurele waarborgen lijkt alleen van toepassing te zijn op verdachten van een strafbaar feit. Elke verwijzing naar gedetineerde immigranten of asielzoekers ontbreekt immers, en dat terwijl de meeste procedurele rechten van criminele gevangenen net zozeer van toepassing zijn op migranten en asielzoekers die opgesloten zitten, ongeacht hun wettelijke status.

Volgens het EVRM is artikel 5 4) procedurele garanties van toepassing op immigranten die in detentie verblijven en asielzoekers. De VN-Commissie voor de rechten van de mens kwam tot dezelfde conclusies met betrekking tot de IVBPR, artikel 9. Beide documenten zijn opgenomen in de bijlage van relevante mensenrechteninstrumenten in het discussiestuk van de Europese Commissie inzake een minimum aan waarborgen bij strafrechtelijke vervolging.

Is de Commissie van mening dat het discussiestuk inzake een minimum aan procedurele garanties betrekking heeft op alle gedetineerden?

Of is de Commissie bereid een afzonderlijk voorstel in te dienen voor richtsnoeren voor de lidstaten betreffende het minimum aan procedurele waarborgen voor niet-criminele gedetineerden (immigranten die in detentie verblijven en asielzoekers)?

Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie

(10 juni 2002)

Als gevolg van de verschillende rechtsgrondslagen die voor asiel, immigratie en justitiële samenwerking in criminele aangelegenheden gelden, is de Commissie genoodzaakt het probleem van de procedurele waarborgen met betrekking tot de detentie van verdachten/beschuldigden in strafrechtelijke procedures en asielzoekers/illegalen die in het land verblijven, en immigranten die in detentie verblijven, in verschillende instrumenten onder te brengen.

Het discussiestuk inzake procedurele waarborgen voor verdachten en beschuldigden in strafrechtelijke procedures was erop gericht beraad op Europese schaal op gang te brengen op gebieden waarop gemeenschappelijke normen moeten gelden bij de behandeling van verdachten en beschuldigden in strafrechtelijke procedures in de hele Unie. Het is bedoeld om de Commissie te helpen bij het voorbereiden van een Groenboek later in de loop van dit jaar. In het discussiestuk wordt het probleem van de detentie behandeld, doch, wat reikwijdte betreft, blijft het beperkt tot procedurele waarborgen voor verdachten en beschuldigden in strafrechtelijke procedures. Het heeft betrekking op immigratie- en douanefunctionarissen voor het geval deze vermoeden dat een asielzoeker een strafbaar feit heeft begaan.

Op asielgebied heeft de Commissie in september 2000 een voorstel(1) ingediend betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten inzake de toekenning en de intrekking van de vluchtelingenstatus, welk voorstel onder meer een raamwerk voor de beoordeling van de rechtmatigheid van detentiegevallen bevat, en waardoor de lidstaten worden verplicht een initiële herziening en vervolgens regelmatige herzieningen in te voeren. De Commissie werkt momenteel aan een gewijzigd voorstel, waarin rekening wordt gehouden met het standpunt van het Parlement en de conclusies die door de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) tijdens zijn vergadering op 7 december 2001 werden goedgekeurd. Verwacht wordt dat het gewijzigd voorstel gewijzigde voorschriften inzake detentie zal bevatten.

In juni 2002 moet de Raad formeel een richtlijn goedkeuren inzake de opvang van asielzoekers die een aantal specifieke bepalingen bevat met betrekking tot de opvang van asielzoekers die gedetineerd zijn terwijl het onderzoek van hun aanvraag nog aan de gang is. Overeenkomstig artikel 13 van deze richtlijn zullen de lidstaten dezelfde kwaliteit van de opvang die normaliter asielzoekers wordt gegund, ook moeten garanderen bij de specifieke situatie van personen die in detentie verblijven. Bovendien garandeert deze richtlijn dat juridische adviseurs van aanvragers van asiel en vertegenwoordigers van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen alsook de betrokken niet-gouvernementele organisaties (NGO's) tot de huisvestingsvoorzieningen (onder meer de detentiecentra) toegang zullen krijgen om de aanvragers bij te staan.

Wat betreft detentie in afwachting van terugzending van afgewezen aanvragers van asiel of personen die illegaal in het land verblijven, wordt alle betrokken partijen door het Groenboek van de Commissie over een communautair terugkeerbeleid ten aanzien van personen die illegaal in de Unie verblijven(2), verzocht precies op de door het geachte parlementslid opgeworpen kwestie commentaar te leveren: moeten bindende normen inzake detentie voor deze gevallen worden vastgesteld? Zo ja, moet daarbij ook sprake zijn van wettelijke eerste voorwaarden, normen inzake onderdak en tijdsgrenzen ter beperking van de maximumduur van de detentie?

(1) PB C 193 van 10.7.2001.

(2) COM(2002) 175 def.