SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1369/02 van Sergio Berlato (UEN) en Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Ontwerpverordening betreffende de vinificatie en de behandeling van druiven van biologische teelt.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1369/02 van Sergio Berlato (UEN) en Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Ontwerpverordening betreffende de vinificatie en de behandeling van druiven van biologische teelt.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1369/02
van Sergio Berlato (UEN) en Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie
(14 mei 2002)
Betreft: Ontwerpverordening betreffende de vinificatie en de behandeling van druiven van biologische teelt
Aangezien er geen gepaste communautaire reglementering is voor de verwerking van druiven van biologische teelt, maar daarentegen wel uiteenlopende voorschriften zijn uitgevaardigd door de controle-instanties van de lidstaten, waardoor vaak verwarring ontstaat onder de consumenten, en
aangezien de markt behoefte heeft aan optimale garanties met betrekking tot het product biologische wijn waarvoor nauwkeurige verwerkingsvoorschriften dienen te worden uitgevaardigd, wordt de Commissie gevraagd of zij een specifieke communautaire verordening kan voorstellen om de verwerkingssystemen voor druiven van biologische teelt te harmoniseren, de Europese consumenten te beschermen die een gezonde, plaatselijke kwaliteitswijn moeten kunnen drinken waarvan de productie geen schade toebrengt aan het milieu en te voorkomen dat de controle-instanties van de lidstaten belast zijn met controle op door henzelf uitgevaardigde voorschriften.
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie
(25 juni 2002)
De voorschriften voor de biologische productie van druiven en andere plantaardige gewassen zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen(1).
Voorts zijn bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(2) de algemene voorschriften vastgesteld voor de oenologische behandelingen en praktijken die zijn toegestaan bij de productie van alle soorten wijn. Deze voorschriften zijn zeer strikt, nauwkeurig en gedetailleerd en zijn ook van toepassing op de verwerking van op biologische wijze geteelde druiven.
De Commissie is zich bewust van de toenemende productie van wijn van biologisch geteelde druiven en heeft de mogelijkheid overwogen om specifieke regelgeving vast te stellen voor de verwerking van deze druiven tot wijn, met inachtneming van de bestaande algemene voorschriften.
De representatieve beroepsorganisaties van de wijnbouwsector hebben verklaard twijfels te hebben over de noodzaak van een dergelijke regelgeving en over de vaststelling van specifieke voorschriften bovenop de voorschriften voor de vervaardiging van tafelwijn en de door de lidstaten vastgestelde stringentere voorschriften voor in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen (VQPRD) en zij wensen geen aparte regelgeving voor de productie van wijn van biologisch geteelde druiven. Dat standpunt wordt door een meerderheid van de lidstaten gedeeld. De betrokken behandelingen en praktijken verschillen namelijk niet substantieel van de essentiële behandelingen en praktijken die gelden voor met name kwaliteitswijnen.
De Commissie is van oordeel dat de geldende voorschriften voor deze wijn voldoende nauwkeurig en eenvormig zijn om een normale concurrentie te garanderen. Zij zou dit probleem eventueel opnieuw kunnen bezien in het licht van de verdere ontwikkeling van de productie en de markt voor dergelijke producten.
(1) PB L 198 van 22.7.1991.
(2) PB L 179 van 14.7.1999.