SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1423/02 van Eluned Morgan (PSE) aan de Commissie. Euro-Mediterrane Bank (EMB).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1423/02 van Eluned Morgan (PSE) aan de Commissie. Euro-Mediterrane Bank (EMB).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1423/02
van Eluned Morgan (PSE) aan de Commissie
(23 mei 2002)
Betreft: Euro-Mediterrane Bank (EMB)
De Commissie steunt de oprichting van een Euro-Mediterrane Bank (EMB) als dochteronderneming van de Europese Investeringsbank (EIB). Is het noodzakelijk om een aparte EMB op te richten en kan het werk van de EMB niet rechtstreeks door de EIB worden uitgevoerd?
Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie
(9 juli 2002)
In haar verslag van 27 februari 2002 in antwoord op de vraag van de Europese Raad van Laken van december 2001 om een evaluatie van de oprichting van een Euro-Mediterrane Bank (EMB) nam de Commissie verschillende opties in overweging om te voorzien in de financieringsbehoeften van de mediterrane partnerlanden. In het verslag werd om een aantal redenen voorkeur gegeven aan de oprichting van een dochtermaatschappij van de Europese Investeringsbank (EIB). Een bankstructuur zou het eigenaarschap van en het partnerschap met de mediterrane partnerlanden garanderen. De oprichting van een dochtermaatschappij zou niet alleen het werk omvatten dat de EIB reeds in het gebied verricht, maar dit tevens uitbreiden en de mogelijkheid bieden gebruik te maken van een bredere waaier van financiële instrumenten. De EIB kan bijvoorbeeld om statutaire redenen haar eigen vermogen niet gebruiken voor haar operaties, terwijl zulks voor een dochtermaatschappij van de EIB wel mogelijk zou zijn.
Op basis van het mandaat van de Europese Raad van Barcelona van 14 maart 2002 is de EIB momenteel bezig met de voorbereiding van een Europees-mediterrane investeringsfaciliteit. Volgens het mandaat zal deze faciliteit aangevuld worden met de Europees-mediterrane partnerschapsregeling en met een vertegenwoordigend bureau van de EIB in het betrokken gebied. Dit zal de huidige activiteiten van de bank in dit gebied versterken en zich in het bijzonder toespitsen op de ontwikkeling van de particuliere sector, wat als een prioriteit is aangemerkt. In Barcelona werd tevens beslist dat één jaar na de inwerkingtreding van de faciliteit op basis van de resultaten een beslissing moet worden genomen over de opname van de nieuw opgerichte faciliteit in een dochtermaatschappij waarin de EIB een meerderheidsbelang bezit. Tijdens de laatste Ecofin-vergadering van 4 juni 2002 gingen stemmen op om de faciliteit voor het einde van de herfst van 2002 op te richten.