SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1741/02 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad. Uitlatingen van de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, met betrekking tot de beslissingen die in het kader van de uitbreiding van de Unie met nieuwe staten genomen moeten worden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1741/02

van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad

(19 juni 2002)

Betreft: Uitlatingen van de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, met betrekking tot de beslissingen die in het kader van de uitbreiding van de Unie met nieuwe staten genomen moeten worden

De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, verwacht dat in november onder het Deens voorzitterschap door de Raad een besluit zal worden genomen aangaande de toetreding van tien nieuwe staten. Hij acht het bovendien mogelijk dat de onderhandelingen over toetreding van Bulgarije en Roemenië worden hervat, terwijl ook de kandidatuur van Turkije opnieuw onderzocht zou kunnen worden. Tot slot zou er gekeken kunnen worden naar de hervormingen die in Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland doorgevoerd zouden moeten worden. Dit zouden allemaal prioriteiten van het Deens voorzitterschap zijn. Zijn deze uitlatingen een getrouwe afspiegeling van de wijze waarop deze kwesties op dit moment in de Raad gezien worden?

Antwoord

(5 november 2002)

De Raad levert nooit commentaar op verklaringen van nationale autoriteiten. De Europese Raad van Sevilla van 21 en 22 juni 2002 heeft bevestigd dat indien het huidige tempo van de onderhandelingen en de hervormingen wordt aangehouden, de Europese Unie vastbesloten is de onderhandelingen met Cyprus, Malta, Hongarije, Polen, Slowakije, Letland, Estland, Litouwen, Tsjechië en Slovenië voor eind 2002 af te sluiten, indien deze landen daarvoor klaar zijn. Doel daarbij blijft dat deze landen in 2004 als volwaardige leden deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement.

De Europese Raad heeft zijn toezegging herhaald om Bulgarije en Roemenië bij hun voorbereiding op de toetreding alle steun te verlenen. Daartoe moeten in Kopenhagen een geactualiseerd draaiboek en een herziene en versterkte pretoetredingsstrategie worden aangenomen voor de kandidaat-lidstaten waarmee nog wordt onderhandeld. Ook valt te denken aan een verhoging van de financiële pretoetredingssteun. Voorts zou, indien het huidige tempo wordt aangehouden, vóór het eind van het jaar een nauwkeuriger tijdschema kunnen worden bepaald voor het toetredingsproces van deze landen.

Voorts heeft de Europese Raad geconcludeerd dat er in Kopenhagen nieuwe besluiten zouden kunnen worden genomen ten aanzien van de volgende fase in de kandidatuur van Turkije, rekening houdend met de ontwikkeling van de situatie tussen de bijeenkomsten van de Europese Raad in Sevilla en in Kopenhagen, op basis van het periodieke verslag dat de Commissie in oktober 2002 zal voorleggen en overeenkomstig de conclusies van Helsinki en Laken.