SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1971/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1971/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1971/02
van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie
(8 juli 2002)
Betreft: Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken
Kan de Commissie bevestigen dat de uiterste datum voor de omzetting en tenuitvoerlegging door de lidstaten van de eerste vereisten van Richtlijn 2000/53/EG(1) betreffende autowrakken 21 april 2002 was?
Hoeveel lidstaten hebben de Commissie tot aan 22 april 2002 medegedeeld dat zij daadwerkelijk aan de vereisten hebben voldaan?
Hoeveel lidstaten hebben de Commissie of de Milieuraad tevoren ervan in kennis gesteld dat zij niet bij machte zouden zijn de richtlijn in conformiteit met de vereisten van de wetgeving na te leven?
Wat denkt de Commissie te doen aan het feit dat kennelijk geen enkele lidstaat bij machte is gebleken aan de vereisten te voldoen, in hoeverre heeft de Commissie daarover protest aangetekend en aan welke voorstellen werkt zij voor wijziging van de handhavingsprocedures?
Heeft commissaris Wallström of de Voorzitter van de Commissie met het oog op de ernstige gevolgen van deze tekortkoming in de wetgevingsprocedures van de Europese Unie de kwestie direct opgenomen met de eerste ministers of de milieuministers?
(1) PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.
Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie
(4 september 2002)
1. De Commissie bevestigt dat de uiterste datum voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/53/EG(1) betreffende autowrakken 21 april 2002 was (zie artikel 10 van de richtlijn.)
2. Tot 22 april 2002 had nog geen enkele lidstaat de Commissie in kennis gesteld van maatregelen tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht.
3. Geen enkele lidstaat heeft de Commissie vóór 22 april 2002 in kennis gesteld van het feit dat zij niet bij machte zouden zijn aan de richtlijn te voldoen in overeenstemming met de wettelijke voorschriften.
4. Wanneer de lidstaten de Commissie niet in kennis stellen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij in werking doen treden om aan communautaire richtlijnen te voldoen binnen de termijn die is vastgesteld voor omzetting in nationaal recht, leidt de Commissie inbreukprocedures in tegen de betreffende lidstaten op basis van artikel 226 van het EG-Verdrag. De Commissie heeft deze procedure ingeleid met schriftelijke aanmaningen aan alle lidstaten wegens niet-mededeling. De Commissie overweegt zodoende geen hervorming van het wetgevingsproces of de tenuitvoerleggingsprocedures.
5. Aangezien de Commissie de bepalingen wegens het niet omzetten van de richtlijnen toepast zoals die in het Verdrag beschreven staan en de procedure zich nog in een vroeg stadium bevindt, acht de Commissie het nog niet nodig deze kwestie rechtstreeks met de ministers van de lidstaten te bespreken.
(1) Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken, PB L 269 van 21.10.2000.