SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2066/02 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie. Ongelijke behandeling van Griekse burgers met niet-vervulde militaire dienstplicht.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2066/02 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie. Ongelijke behandeling van Griekse burgers met niet-vervulde militaire dienstplicht.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2066/02
van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie
(8 juli 2002)
Betreft: Ongelijke behandeling van Griekse burgers met niet-vervulde militaire dienstplicht
Een Duits-Griekse overeenkomst (wet 4187/61) bepaalt dat Griekse onderdanen die ook de Duitse nationaliteit bezitten van militaire dienstplicht in Griekenland zijn vrijgesteld zolang zij permanent in Duitsland verblijf houden en werkzaam zijn. In andere gevallen, bijvoorbeeld van Grieken met ook de Oostenrijkse nationaliteit, verlangt de wet dat zij hun dienstplicht in het Griekse leger volledig vervullen, ook wanneer zij reeds in het Oostenrijkse leger hebben gediend. Daarnaast zijn op grond van artikel 7 van wet 1763/88 en de overgangsbepalingen van wet 2510/97 Griekse houders van een permanente werkvergunning in landen (buiten Europa) als de Verenigde Staten, Canada en Australië onbeperkt vrijgesteld van oproepen voor militaire dienst en kunnen zij Griekenland vrijelijk in- en uitreizen tot zij repatriëren, mits de werkvergunning voor 1 september 1997 werd verstrekt, waardoor onrecht wordt gedaan aan de Griekse burgers die na deze datum in deze landen een migrantenstatus hebben verworven, alsmede aan hen die in Europese landen wonen, ook al zijn zij intussen genaturaliseerd tot onderdanen van het land van vestiging.
De geldende dienstplichtwetgeving houdt ongelijke behandeling in van Griekse burgers met een vaste verblijfplaats, werk en gezin in het buitenland, terwijl dit duidelijk in strijd is met het EU-Verdrag en het communautair recht. Kan de Commissie mij op grond hiervan meedelen wat zij
van plan is te ondernemen om het probleem van degenen die hun dienstplicht in Griekenland niet vervullen te regelen, waardoor gelijkberechtiging wordt verzekerd van Europese burgers die hun dienstplicht niet hebben vervuld? Is de Commissie van plan op te treden met het oog op een herziening van de huidige Griekse dienstplichtwetgeving?
Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie
(7 augustus 2002)
De Commissie merkt op, dat zij niet bevoegd is om op de door het geachte parlementslid gestelde vragen te beantwoorden: zij hebben betrekking op de nationaliteit en de dienstplicht, die onder de uitsluitende bevoegdheid van de nationale autoriteiten vallen.
Het is ook onmogelijk een ernstige en voortdurende schending in de zin van artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vast te stellen.
In deze omstandigheden acht de Commissie zich niet gemachtigd om de zaak bij de Griekse autoriteiten aan te kaarten, zoals door het geachte parlementslid wordt gesuggereerd.