SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2097/02 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Criteria voor de classificatie van zeer sterk van de visvangst afhankelijke regio's.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2097/02 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Criteria voor de classificatie van zeer sterk van de visvangst afhankelijke regio's.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2097/02
van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie
(16 juli 2002)
Betreft: Criteria voor de classificatie van zeer sterk van de visvangst afhankelijke regio's
In zijn antwoord op mijn vraag E-0650/02(1) van 12 april 2002 deelt commissaris Fischler mede dat het Groenboek van de Commissie over de toekomst van het gemeenschappelijk visserijbeleid () een mededeling bevat over de economische en sociale situatie van de kustregio's gebaseerd op de gegevens verkregen door de Commissie door een eigen intern onderzoek of specifieke externe studies (). Om in detail te bepalen in welke mate de Europese regio's afhankelijk zijn van de visvangst werden 22 regionale studies opgezet, waarvan één specifiek het noorden van Spanje betrof (Galicië, Cantabrië, Asturië en Baskenland) () en waarop de mededeling in grote mate gebaseerd was. Uit de conclusies daarvan blijkt dat enkele gebieden in het noorden van Spanje, en in het bijzonder Galicië, zeer sterk van de visvangst afhankelijk zijn.
1. Kan de Commissie mededelen of ze een vergelijkende studie van de 22 regionale studies heeft uitgevoerd om te bepalen in welke mate en volgorde de verschillende Europese regio's afhankelijk zijn van de visvangst en, indien dat het geval is, wat de conclusies zijn? Indien dat niet het geval is, waarom werd die studie dan niet uitgevoerd? Acht de Commissie het niet nodig een vergelijkende studie van alle Europese van de visvangst afhankelijke regio's uit te voeren om hun graad van onafhankelijkheid te kunnen vergelijken?
2. Kan de Commissie mededelen aan welke criteria een Europese regio moet voldoen om met het oog op de verdeling van de vismogelijkheden als sterk afhankelijk van de visvangst te worden ingedeeld?
3. Wat is overeenkomstig de communautaire criteria het verschil tussen een zeer sterk van de visvangst afhankelijke en een sterk van de visvangst afhankelijke regio, zoals Galicië?
4. Acht de Commissie het, in overeenstemming met het juridisch-communautair progressiviteitsbeginsel, nodig om de al sedert 20 jaar bestaande lijst van zeer sterk van de visvangst afhankelijke regio's te actualiseren en er na de toetreding van nieuwe lidstaten, zoals Spanje en Portugal, nieuwe van de visvangst afhankelijke regio's in op te nemen?
(1) PB C 229 E van 26.9.2002, blz. 114.
Gecombineerd Antwoordvan de heer Fischler namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-2096/02 en E-2097/02
(16 september 2002)
Begin 2000 zijn 22 regionale studies uitgevoerd. Doel was een grondige evaluatie van de werkgelegenheid en de mate waarin Europese regio's van de visserij afhankelijk zijn.
Tegelijkertijd werd een samenvattende studie uitgevoerd om onder meer:
- de mate waarin de Europese regio's van de visserij afhankelijk zijn te kwantificeren, te beschrijven en te onderzoeken;
- de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de visserijsector en de afhankelijkheid van de visserij sinds 1990 te onderzoeken.
De resultaten van het onderzoek worden beschreven in een eindverslag dat zoals vermeld in het antwoord van de Commissie op schriftelijke vraag E-0650/02(1) van het geachte parlementslid op het volgende internetadres kan worden geraadpleegd: http://europa.eu.int/comm/fisheries/doc_et_publ/liste_publi/results.html. De onderzoekers vermelden de belangrijkste conclusies in een samenvatting die op hetzelfde internetadres kan worden geraadpleegd (blz. 4-12 en blz. 13-16 voor respectievelijk punt 1) en punt 2)).
Het begrip van de visserij afhankelijk wordt gedefinieerd in artikel 4, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad(2) een verordening over structurele steun voor de visserijsector in regio's die onder doelstelling 2 vallen. Het begrip komt niet voor in de verordeningen van de Raad over de toewijzing van vangstmogelijkheden in de Gemeenschap en de verdeling van vangstmogelijkheden in nationale, aan de lidstaten toegewezen quota's.
De Commissie ziet geen conceptueel verschil tussen een regio die in hoge mate van de visserij afhankelijk is en een regio die erg van de visserij afhankelijk is.
Het begrip van de visserij afhankelijk werd in Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad geïntroduceerd na de toetreding van Spanje en Portugal. De afhankelijkheid van kustzones van de visserij een afhankelijkheid die relevant is voor de definitie van gebieden die onder doelstelling 2 vallen werd dus door beide lidstaten in aanmerking genomen. Spanje en Portugal hebben artikel 4, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad nageleefd en samen met de Commissie een lijst opgesteld van gebieden die onder doelstelling 2 vallen.
Op 1 februari 2002 is het onderzoeksproject (QLRT-2000-2277) Elaboration et application d'un modèle calculable d'équilibre général à l'analyse de la contribution des activités halieutiques au développement régional (Opstelling en toepassing van een rekenmodel van algemeen evenwicht voor de beoordeling van de bijdrage van de visserij aan de regionale ontwikkeling) van start gegaan. De looptijd van het project bedraagt 36 maanden. Het eindverslag zal pas begin 2005 beschikbaar zijn, hoewel er al veel eerder tussentijdse resultaten bekend zullen zijn. Doel van het onderzoeksproject is de methodologie van de regionale, sociaal-economische studies te evalueren en te verbeteren. In een later stadium is het de bedoeling nieuwe instrumenten en modellen te ontwikkelen om de bijdrage van visserij en aquacultuur aan regionale ontwikkeling te evalueren. Soortgelijke methodologische evaluaties zijn ook begin jaren negentig uitgevoerd naar aanleiding van een eerdere reeks regionale, sociaal-economische studies. Methodologische evaluaties zijn erg karakteristiek voor het onderzoek. Het is belangrijk de methodologie herhaaldelijk te evalueren om ervoor te zorgen dat de meest geavanceerde instrumenten worden gebruikt. Methodologische evaluaties mogen echter niet als excuus worden aangegrepen om het gebruik van wetenschappelijke gegevens bij de beleidsvorming te vertragen.
Het methodologisch onderzoek tot vaststelling van sociaal-economische indicatoren die het mogelijk maken het relatieve belang vast te stellen van de visserijsector in de meest van de visvangst afhankelijke regio's of gebieden, teneinde de gevolgen te kunnen beoordelen en vergelijken van andere beleidsmaatregelen met betrekking tot de economische ontwikkeling van die regio's of gebieden moet uiterlijk eind 2002 worden afgerond. Het is bijgevolg mogelijk de onderzoeksresultaten te gebruiken bij de voorbereiding van de mededeling van de Commissie over de sociaal-economische aspecten van de herstructurering van de visserijsector. Het onderzoek omvat ook methodologische aspecten, vooral met
betrekking tot de statistische analyse van regionale, sociaal-economische gegevens en de samenhang tussen deze gegevens. Deze methodologische aspecten zijn eerder op lange dan op korte termijn belangrijk.
(1) PB C 229 E van 26.9.2002, blz. 114.
(2) Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen, PB L 161 van 26.6.1999.