SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2404/02 van Karl-Heinz Florenz (PPE-DE) aan de Commissie. Invoer van aanstekers uit China in de EU.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2404/02

van Karl-Heinz Florenz (PPE-DE) aan de Commissie

(7 augustus 2002)

Betreft: Invoer van aanstekers uit China in de EU

De Commissie van de EU heeft op 7 mei 1998 het mandaat M/266 opgesteld. Hierin wordt aangedrongen op verbetering van de veiligheidseisen voor aanstekers en op invoering van een kinderbeveiligingsnorm naar het voorbeeld van de reeds bestaande Amerikaanse norm. Met deze eis werd reeds rekening gehouden door verbetering van de veiligheidsnorm voor aanstekers ISO 9994 en opstelling van ontwerpnorm pr EN 13869 ter invoering van een kinderbeveiligingsnorm door de bij de CEN aangesloten landen, die zeer binnenkort zal worden goedgekeurd (productveiligheidsrichtlijn 2001/95/EG(1) en consumentenbescherming). Toepassing van deze normen geschiedt echter op basis van vrijwilligheid. Aan een verzoek deze normen verplicht in te voeren, werd tot dusver niet voldaan. Op grond hiervan worden al jarenlang aanstekers uit het Verre Oosten in de EU ingevoerd die slechts uiterst zelden voldoen aan de veiligheidseisen en consumentenbeschermingsvoorschriften. Deze invoer confronteert bovendien de Europese producenten met een serieuze concurrentie, die zich niet aan de Europese veiligheidsnormen houdt.

Is de Commissie op de hoogte van deze problematiek?

Beschikt zij over gegevens over de invoer van goedkope aanstekers in de EU?

Is de Commissie voornemens in verband met de veiligheid van aanstekers een afzonderlijk voorstel op te stellen dat mede betrekking heeft op ingevoerde aanstekers?

(1) PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(23 september 2002)

Er bestaat geen speciale communautaire wetgeving voor aanstekers. De veiligheid van aanstekers valt echter onder Richtlijn 92/59/EEG van de Raad van 29 juni 1992 inzake algemene productveiligheid(1), op grond waarvan consumentenproducten die op de markt worden gebracht, veilig moeten zijn en de lidstaten de markt in de gaten moeten houden en maatregelen moeten nemen tegen producten die niet aan dit vereiste voldoen.

Voor de beoordeling van de veiligheid van bepaalde productcategorieën verwijst de richtlijn, bij gebrek aan nationale wetgeving, in de eerste plaats naar Europese normen. Zulks ongeacht het land van oorsprong van het product.

Het toezicht van de lidstaten op aanstekers levert speciale problemen op aangezien geschat wordt dat er in de Unie jaarlijks ongeveer een half miljard aanstekers wordt verkocht, waarvan ongeveer 50 % geïmporteerd is. Bovendien zijn aanstekertests vaak ingewikkeld en kostbaar. Op het belang van deze controle zal verder worden gewezen bij de invoering van nieuwe voorschriften inzake kinderbeveiligingen.

De Commissie heeft daarom het initiatief genomen tot specifieke maatregelen met betrekking tot een versterkt markttoezicht. Een speciale werkgroep, waarin ook de relevante belanghebbenden zitting hebben gehad, heeft bijvoorbeeld een begin gemaakt met speciale projecten voor samenwerking tussen de lidstaten bij het toezicht en voor een uitbreiding van de douanecontrole op aanstekers uit derde landen. Er hebben ook besprekingen plaatsgevonden met de autoriteiten van de belangrijkste producerende landen in het Verre Oosten.

De lidstaten hebben in het comité voor Richtlijn 92/59/EEG, waar de kwestie regelmatig aan de orde wordt gesteld, te kennen gegeven dat er nu doeltreffende maatregelen worden genomen om het markttoezicht en de grenscontrole door de douaneautoriteiten te verscherpen. De Commissie zal deze ontwikkelingen op de voet blijven volgen.

(1) PB L 228 van 11.8.1992.