Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2511/02 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie. Europese gedragscode voor de export van wapens en wapensystemen naar derde landen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2511/02 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie. Europese gedragscode voor de export van wapens en wapensystemen naar derde landen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2511/02

van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie

(9 september 2002)

Betreft: Europese gedragscode voor de export van wapens en wapensystemen naar derde landen

In de internationale pers wordt melding gemaakt van ernstige inbreuken op de gedragscode voor de export van wapens en wapensystemen naar derde landen door lidstaten van de EU.

Hoewel de lidstaten van de Gemeenschap reeds in mei 1998 strenge gemeenschappelijke criteria voor de export van wapens hebben vastgesteld, en ondanks de bindende overeenkomsten, produceren en exporteren lidstaten wapensystemen naar derde landen die niet aan de bepalingen van de gedragscode voldoen, bijvoorbeeld:

- het Verenigd Koninkrijk, dat naar verluidt wapensystemen heeft verkocht aan ondemocratische regimes en landen die zuchten onder interne conflicten (India, Indonesië, Nigeria, Marokko, Tanzania);

- België, dat recentelijk 5 500 wapens van het Belgische bedrijf FN heeft geëxporteerd naar Nepal, een land waar al vele jaren een burgeroorlog woedt.

Kan de Commissie meedelen of deze voorbeelden volgens haar een inbreuk zijn op de bedoelde gedragscode, meer in het bijzonder van criterium 2, de leden a) en b), in het geval van het Verenigd Koninkrijk, en van criterium 3 in het geval van België? Welke maatregelen is de Commissie van plan te nemen om te voorkomen dat lidstaten zich in de toekomst opnieuw niet aan de bindende gedragscode houden en om te garanderen dat de bepalingen van de code strikter worden nageleefd?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(16 oktober 2002)

De door het geachte parlementslid bedoelde gedragscode voor de export van wapens en wapensystemen werd in 1998 goedgekeurd door de lidstaten in het kader van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. Het is een politiek bindend document dat erop gericht is hoge gemeenschappelijke normen op te stellen voor de wapenexport door acht criteria vast te stellen en meer transparantie in te voeren. De beleidsbepalingen van de gedragscode houden in dat de lidstaten kennisgeving moeten doen van afwijzing van een verzoek tot wapenuitvoer en vertrouwelijk overleg kunnen plegen, maar het uiteindelijke besluit ligt bij de lidstaat die het verzoek om een transactie heeft ontvangen in verband met wapens en wapensystemen.

Besprekingen in het kader van de Werkgroep van de Raad die zich bezighoudt met de overdracht van conventionele wapens (COARM), waaraan de Commissie deelneemt, dragen bij tot de totstandkoming van een gemeenschappelijk inzicht en mogelijk op termijn van een gemeenschappelijke doctrine voor de tenuitvoerlegging van de gedragscode door de lidstaten. Zowel de lidstaten als de Unie publiceren jaarlijks een verslag zodat er meer transparantie komt op dit gebied. Voorstellen in het kader van COARM om de gedragscode te ontwikkelen tot een wettelijk bindend instrument konden niet op goedkeuring rekenen van alle lidstaten. Een aantal derde landen heeft toegezegd de beginselen van de gedragscode in acht te nemen. De Unie tracht tevens de geassocieerde landen ertoe over te halen deze beginselen toe te passen.