SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2636/02 van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie. Vervolging van christelijke gemeenschappen in Indonesië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2636/02 van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie. Vervolging van christelijke gemeenschappen in Indonesië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2636/02
van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie
(18 september 2002)
Betreft: Vervolging van christelijke gemeenschappen in Indonesië
Is het de Commissie bekend dat de christelijke gemeenschappen op centraal Sulawesi, Indonesië, steeds meer vervolgd en aangevallen worden door extremistische islamitische militanten van de Laskar jihad?
Is de Commissie ook op de hoogte van het feit dat de plaatselijke politie in verband met arrestaties eerder het oog laat vallen op vooraanstaande kerkelijk leiders, zoals de eerwaarde Rinaldy Damanik, dan op militanten van de jihad?
Welke druk zal de Commissie uitoefenen om een einde te maken aan deze zinloze aanvallen, en hoe denkt zij ervoor te kunnen zorgen dat de plaatselijke politie zich neutraal opstelt?
Antwoord van de heer Patten namens de Commissie
(10 oktober 2002)
De delegatie van de Commissie in Jakarta volgt samen met de diplomatieke missies van de lidstaten de ontwikkelingen met betrekking tot de mensenrechten in Indonesië nauwgezet en neemt deel aan alle politieke stappen van de Europese Unie om de aandacht te vestigen op de zorgelijke mensenrechtensituatie in Indonesië. De Commissie deelt het officiële standpunt van de Europese Unie, die de territoriale integriteit van Indonesië krachtig ondersteunt, maar tegelijkertijd de Indonesische regering aanmoedigt met spoed maatregelen te nemen om de binnenlandse conflicten, zowel separatistische als sektarische, aan te pakken en op vreedzame wijze op te lossen. Evenals het grootste deel van de internationale gemeenschap is de Commissie van mening dat deze interne conflicten in eerste instantie de verantwoordelijkheid van Indonesië zijn en daarom eerst en vooral aangepakt moeten worden door de Indonesische regering en door de organisaties uit het maatschappelijke middenveld, de religieuze gemeenschappen en andere instellingen via een vreedzame dialoog waarbij de rechtsorde en de mensenrechten gerespecteerd worden zonder bepaalde groepen te bevoordelen.
De Commissie is ervan overtuigd dat de Indonesische regering zich onder leiding van President Megawati inzet om de interne spanningen te verminderen en de vreedzame oplossing van de geschillen met inachtneming van de mensenrechten te bevorderen. Een voorbeeld daarvan is de totstandkoming in Poso (Sulawesi) in december 2001 van de Malino I-vredesovereenkomst tussen vertegenwoordigers van de christelijke en moslimgemeenschappen en andere rivaliserende groepen op Sulawesi. Een ander voorbeeld is de in april 2002 overeengekomen Malino II-verklaring over de Molukken. Deze principeakkoorden moeten echter voorzichtig uitgevoerd worden, waarbij rekening gehouden wordt met de gevoeligheden van de verschillende gemeenschappen.
De Commissie besteedt voortdurend aandacht aan de aanhoudende spanningen en het geweld op de eilanden van Sulawesi waarnaar het geachte parlementslid vraagt alsmede in de andere provincies Atjeh, de Molukken en Papoea. De Commissie levert humanitaire bijstand aan de slachtoffers van de conflicten en verstrekt tevens financiële hulp om de geschillen te helpen oplossen en de mensenrechtensituatie in Indonesië te verbeteren. Van de 11 400 000 EUR die voor 2001-2004 beschikbaar zijn voor Indonesië in het kader van de hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen is in 2002 meer dan 1 000 000 EUR beschikbaar voor binnenlandse ontheemden op Sulawesi. De rest is voor de Molukken, waar sprake was van vergelijkbare conflicten tussen gemeenschappen.
Sinds 1999 heeft de Commissie 4 600 000 EUR aan noodhulp ter beschikking gesteld voor de slachtoffers, zowel christenen als moslims, van het geweld op de Molukken in het bijzonder de binnenlandse ontheemden. In de toekomst zal Indonesië een van de landen zijn waarop het Europese initiatief voor democratie en mensenrechten (EIDHR) 2002-2004 zich richt. Er is een bedrag van ongeveer 2 500 000 EUR geprogrammeerd voor verdere acties in het kader van het EIDHR in 2002. In 2000 en 2001 werden al vier acties voor een totale waarde van 1 862 880 EUR in het kader van dit initiatief gefinancierd via niet-gouvernementele organisaties (NGO's) en het bureau van de hoge commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties.
Op beleidsniveau heeft het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor Buitenlandse Betrekkingen in november 2001 met de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken overlegd over conflictpreventie en mensenrechten. Toen werd afgesproken dat de Commissie in het kader van de snelle-reactiefaciliteit voor conflictpreventie van de Europese Unie in januari en februari 2002 een onderzoeksmissie naar Indonesië zou sturen om verslag te doen van de conflictsituaties en problemen met betrekking tot mensenrechten en voorstellen te doen met betrekking tot de manier waarop de Europese Unie bij zou kunnen dragen aan de oplossing daarvan. De missie bezocht Jakarta, Poso Sulawesi, Papoea en de Molukken en de volledige tekst van het eindrapport van deze groep onafhankelijke deskundigen is te lezen op het deel over Indonesië van de website van de afdeling Buitenlandse Betrekkingen van de Commissie(1). Overeenkomstig de aanbevelingen uit dit rapport heeft de Commissie besloten een bedrag van 520 000 EUR beschikbaar te stellen in het kader van de snelle-reactiefaciliteit om bij te dragen aan de oplossing van de conflicten en het respecteren van de mensenrechten op de Molukken en Papoea, waar spanningen zijn tussen de christelijke en moslimgemeenschappen. Er is steun voorzien voor bemiddeling in het conflict op de Molukken en de deelname van verschillende maatschappelijke en vrouwengroeperingen aan de vreedzame dialoog op Papoea. Ook de toewijzing van 1 000 000 EUR aan Sulawesi in 2002 in het kader van de hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen (zie hierboven) was het gevolg van dit rapport.
De tenuitvoerlegging van de voor heel Indonesië geldende decentralisatiewetten en de specifieke wetten inzake regionale autonomie voor Atjeh en Irian Jaya (hierna Papoea te noemen) die in november 2001 door het Indonesische Parlement zijn goedgekeurd, zou in belangrijke mate kunnen bijdragen aan het verminderen van de moeilijkheden. Om dit proces op langere termijn te ondersteunen is de Commissie van plan zich in het kader van haar voorstel voor een landenstrategie voor steun aan Indonesië te concentreren op het bevorderen van goed bestuur en de rechtsstaat in het kader van de maatregelen van de regering inzake decentralisatie en regionale autonomie. Er is 15 000 000 EUR beschikbaar voor steun voor goed bestuur, het verbeteren van de rechterlijke macht en de rechtshandhaving binnen Indonesië. De Commissie is zich bewust van de omvang van de taken waarvoor Indonesië zich geplaatst ziet om problemen met corruptie en gebrek aan efficiëntie op te lossen en de rechtsstaat te versterken en is daarom bereid hieraan een langdurige en wezenlijke bijdrage te leveren.
De Commissie waardeert de inspanningen van de Indonesische regering om een begin te maken met de samenwerking met de internationale alliantie tegen het terrorisme. Er is kennis genomen van het feit dat de leider van de Laskar Jihad-beweging, Jafar Umar Thalib, in mei 2002 op de Molukken gearresteerd werd en nu in hechtenis zit in Jakarta en de Commissie moedigt de Indonesische regering aan in dit geval en in andere gevallen zorgvuldig en zonder onderscheid de correcte juridische procedures toe te passen.
Ten slotte heeft het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor Buitenlandse Betrekkingen al deze kwesties opnieuw besproken met de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken Wirajuda in het kader van de ministeriële trojka tussen de Europese Unie en Indonesië tijdens de ontmoeting Azië/Europa in Kopenhagen op 24 september 2002. Hij kan het geachte parlementslid verzekeren dat de Commissie de complexe ontwikkelingen van de mensenrechtensituatie in heel Indonesië actief zal blijven volgen, met bijzondere aandacht voor Sulawesi, alsmede voor Atjeh, de Molukken, Papoea en de andere regio's.
(1) http://europa.eu.int/comm/external_relations/indonesia/intro/index.htm.