Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2934/02 van Jorge Moreira Da Silva (PPE-DE) aan de Commissie. Toepassing van het Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties (Conventie van de Raad van Europa, ETS032).

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2934/02 van Jorge Moreira Da Silva (PPE-DE) aan de Commissie. Toepassing van het Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties (Conventie van de Raad van Europa, ETS032).

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2934/02

van Jorge Moreira Da Silva (PPE-DE) aan de Commissie

(17 oktober 2002)

Betreft: Toepassing van het Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties (Conventie van de Raad van Europa, ETS032)

Een staat die het Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties heeft ondertekend, weigert, wegens afwijking van bepaade onderdelen van het studieprogramma, een gediplomeerde een brevet van academische gelijkwaardigheid (niet-professioneel), en legt zo aan iedere gediplomeerde uit een andere staat die dit Verdrag heeft ondertekend, de verplichting op zijn studieprogramma geheel of gedeeltelijk over te doen. Kan deze situatie worden beschouwd als een schending van het Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties (ETS032)?

Zijn de bevoegde autoriteiten op het terrein van gelijkwaardigheidskwesties, waaronder tevens de Ministeries van Onderwijs van de ondertekenende staten, verplicht om, overeenkomstig artikel 4, de indieners van verzoeken om gelijkwaardigheid op de hoogte te stellen van de programmaonderdelen die niet aan hun eisen voldoen? Zijn zij tevens verplicht de houders van een buitenlandse universitaire kwalificatie een lijst te doen toekomen van de examens die zij alsnog moeten afleggen?

Antwoord van mevrouw Reding namens de Commissie

(29 november 2002)

De Commissie is op de hoogte van de problemen in verband met het door het geachte parlementslid genoemde Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties (ETS nr. 032) en de andere in de Raad van Europa terzake gesloten verdragen. Zij is echter niet de bevoegde autoriteit om te waken over de toepassing van de betreffende verdragen en om zich bijgevolg uit te spreken over de verenigbaarheid, met Verdrag nr. ETS 032, van de maatregelen die door één of meer ondertekenende staten zijn genomen.