Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3162/02 van W.G. van Velzen (PPE-DE) aan de Commissie. Bedreiging van continuïteit van netwerken en de rol hierin van de Commissie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3162/02 van W.G. van Velzen (PPE-DE) aan de Commissie. Bedreiging van continuïteit van netwerken en de rol hierin van de Commissie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3162/02

van W.G. van Velzen (PPE-DE) aan de Commissie

(5 november 2002)

Betreft: Bedreiging van continuïteit van netwerken en de rol hierin van de Commissie

1. Het plotseling wegvallen van een bedrijf zoals KPN Qwest kan ernstige gevolgen hebben voor het functioneren van de infrastructuur. Is het de Commissie bekend dat er een dreiging was dat het netwerk van KPN Qwest uit de lucht gehaald zou worden?

2. Een aantal van de onderdelen van het glasvezelnetwerk van KPN zijn verkocht. Dit heeft gevolgen voor de toegang en het functioneren van pan-Europese netwerken. Wie bewaakt in de EU de integriteit van netwerken?

3. Welke mogelijkheden voor beleidsbeïnvloeding heeft de Commissie?

4. Is het bewaken van de integriteit van netwerken een onderdeel van de op te richten Cyber Security Task Force, en zo nee, moet dit hiervan een onderdeel uitmaken volgens de Commissie?

5. Komt de Commissie met aanvullende voorstellen (bijvoorbeeld uitbreiding van de Cyber Security Task Force) om deze eventualiteiten het hoofd te bieden?

Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie

(9 december 2002)

De Commissie dankt het geachte parlementslid voor zijn belangstelling voor het probleem van de toenemende dreiging van onbeschikbaarheid van elektronische communicatienetwerken en -diensten.

De Commissie heeft met bijzondere aandacht de ontwikkelingen gevolgd sinds KPN Qwest op 31 mei 2002 het faillissement aanvroeg. Aangezien de Nederlandse informatieleverancier één van Europa's grootste aanbieders van internet-backbonenetwerken was, hadden talrijke leveranciers van internetdiensten, grote bedrijven en andere telecomaanbieders met KPN Qwest contracten gesloten om hun gegevens via diens lijnen te versturen.

De Commissie heeft deze situatie aangemerkt als het eerste geval van een mogelijke onbeschikbaarheid van informatienetwerken zoals beschreven in de mededeling van de Commissie inzake netwerk-en informatieveiligheid(1). Door dit ongelukkig voorval zijn de gebruikers van electronische communicatienetwerken er ook weer opgewezen dat ze beter niet volledig afhankelijk kunnen zijn van één leverancier.

Het bestaande regelgevingskader van de Gemeenschap bepaalt dat lidstaten de integriteit van netwerken moeten garanderen (artikel 8, lid 4, onder f) en artikel 23 van de Universele-dienstrichtlijn, Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten(2)). Er zijn echter ook een aantal aanverwante kwesties in het geding zoals databeveiliging, noodmeldingen, nationale veiligheidsaangelegenheden, enz.

Een eerste discussie met de lidstaten over netwerkintegriteit heeft plaatsgevonden in het kader van het Communicatiecomité. Er werden onderwerpen besproken zoals economisch falen, technische tekortkomingen en externe gebeurtenissen zoals terroristische aanslagen, ofschoon daaromtrent geen gemeenschappelijke standpunt werd vastgesteld. Er is meer werk nodig om de betrokken onderwerpen nader te identificeren, vooral op het gebied van de bescherming van kritische infrastructuur.

Het verzamelen en analyseren van gegevens met betrekking tot mogelijke verstorende gebeurtenissen zouden te gepasten tijde kunnen worden opgenomen in de taken van de Network and Information Security Unit (Cyber Security Task Force), waarvan de oprichting momenteel wordt overwogen. Deze groep kan de Commissie de elementen aanreiken voor het opstellen van een Europees netwerkintegriteitsbeleid.

De werkzaamheden met betrekking tot integriteit van het Communicatiecomité moeten de Commissie in staat stellen de rol van de openbare sector te bepalen en met andere organisaties (bv. CEPT, ETNO, ITU, NATO(3)) informatie uit te wisselen over mogelijke oplossingen.

De Commissie zal het geachte parlementslid op de hoogte houden van de ontwikkelingen van de ontwikkelingen van de beleidsvormingen op deze gebieden.

(1) COM(2001) 298 def.

(2) PB L 108 van 24.4.2002.

(3) Europese Conferentie van PTT-administraties; Vereniging van Europese telecommunicatienetwerkexploitanten; Internationale Telecommunicatie-Unie; Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.