SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3170/02 van Marie Isler Béguin (Verts/ALE) aan de Commissie. Of de Europese Unie wel waakzaam is bij nucleaire transporten op haar grondgebied.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3170/02 van Marie Isler Béguin (Verts/ALE) aan de Commissie. Of de Europese Unie wel waakzaam is bij nucleaire transporten op haar grondgebied.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3170/02
van Marie Isler Béguin (Verts/ALE) aan de Commissie
(6 november 2002)
Betreft: Of de Europese Unie wel waakzaam is bij nucleaire transporten op haar grondgebied
Verschillende lidstaten van de Europese Unie houden vast aan de productie van kernenergie en handhaven daartoe een aantal centrales en verwerkingsfabrieken. Om die reden vinden nog steeds transporten van uranium en radioactief afval plaats in de Unie, waar vele lidstaten bij betrokken zijn. Ook zijn industriële contracten met derde landen als Japan en Rusland gesloten, die eveneens transporten nodig maken.
Deze producten zijn uitzonderlijk gevaarlijk; daarom heerst er een permanente dreiging in geval van verkeersongelukken of materiële gebreken in een wijde omtrek van de door transporten gevolgde trajecten. Wanneer omwonenden en antikernenergieactivisten in het geweer komen bij deze transporten, worden zij door de politie en het leger hardhandig verjaagd: dit is de enige reactie die de autoriteiten van sommige lidstaten kunnen bedenken wanneer de burger zich zorgen maakt.
Met de gebeurtenissen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten is er een nieuwe dreiging gekomen, namelijk die van hyperterrorisme. Volgens veiligheidsdeskundigen en nucleaire specialisten kan dit soort regelmatige transporten van nucleair materiaal buiten de zwaarbewaakte plekken waar het geproduceerd, verwerkt of opgeslagen wordt, een makkelijk doelwit vormen voor aanslagen of buitmaking door extremistische organisaties.
Beschikt de Commissie over complete en onmiddellijk beschikbare tijdschema's en kaarten van deze uitermate gevaarlijke transporten?
Wordt de informatie hierover aan de Commissie doorgegeven op een transparante en betrouwbare wijze door de lidstaten waar de transporten uit afkomstig zijn of waar zij doorheen gaan?
In hoeverre heeft de Commissie de mogelijkheid haar oordeel te geven over deze tijdschema's en routes, die worden bedacht door een industrie die weliswaar onder de nationale wetgeving valt, maar waarvan de risico's de gehele communautaire ruimte en daarbuiten bestrijken, en kan zij eventueel interveniëren?
Kan de Commissie ervoor instaan dat deze transporten veilig zijn voor alle vormen van aanvallen of ongelukken en kan zij garanderen dat alle noodplannen en hulpmaatregelen (medisch en financieel) zullen functioneren, wanneer zich onverhoopt in de uitgebreide communautaire ruimte een ramp mocht voordoen?
Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie
(17 december 2002)
De Commissie heeft geen veantwoordelijkheid bij hrt transport van radioactieve stoffen. De verantwoordelijkheid op dit gebied ligt bij de lidstaten die erop moeten toezien dat de nationale en internationale wetgeving op het vlak van het vervoer van radioactieve stoffen nageleefd worden. De lidstaten moeten via hun bevoegde autoriteiten de nodige maatregelen treffen met betrekking tot de veiligheid en zekerheid van het vervoer van radioactieve stoffen.
Noch de lidstaten noch de transporteurs van radioactieve stoffen zijn echter verplicht om uit hoofde van de communautaire wetgeving het tijdstip en de trajecten van hun transporten, materialen uit de splijtstofkringloop of andere radioactieve stoffen, aan de Commissie mee te delen.
De lidstaten moeten een zo groot mogelijke garantie bieden wat betreft de zekerheid en de veiligheid in het transport van radioactieve stoffen of van andere vormen van al dan niet nucleaire activiteiten tegen aanvallen die erop gericht deze in de war te sturen. De Commissie draagt, in samenwerking met de lidstaten in het kader van de Permanente werkgroep voor het veilig vervoer van radioactieve stoffen in de Europese Unie(1) en in het kader van de internationale besprekingen, bij aan de ontwikkeling en verbetering van de wetgeving en van de maatregelen die nodig zijn om de impact van de gevolgen van eventuele incidenten tijdens het vervoer van radioactieve stoffen te beperken.
(1) COM(98) 155 def.