Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3176/02 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Schulden en het groei- en stabiliteitspact.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3176/02 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Schulden en het groei- en stabiliteitspact.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3176/02

van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie

(7 november 2002)

Betreft: Schulden en het groei- en stabiliteitspact

In zijn uitzonderlijk nuttig antwoord op schriftelijke vraag E-1621/02(1) heeft commissaris Solbes Mira bevestigd dat de Commissie bereid is bij de beoordeling van de naleving van het groei- en stabiliteitspact de relevante cyclische en structurele kenmerken van de economie van elke lidstaat in aanmerking te nemen.

De commissaris deelde voorts mee dat de Commissie rekening houdt met het totale bedrag aan schulden van een bepaalde lidstaat, echter alleen in die mate waarin zij een begroting die bijna in evenwicht is of een overschot vertoont als voldoende beschouwt om een voortgezette daling van de totale schuldenlast te verwezenlijken. Het accent van het pact blijft liggen op vervulling van twee centrale doelstellingen van een begrotingstekort van minder dan 3 % van het BBP in een jaar en een evenwichtige algemene begroting voor de economische cyclus.

Is de Commissie niet van mening dat de totale schuldenlast meer aandacht zou moeten krijgen, met name in landen met grote schulden, en dat zulks als gevolg van de wijd verbreide omzeiling van de schuldcriteria van het Verdrag van Maastricht hetgeen bij de opstelling van het groei- en stabiliteitspact niet werd voorzien noodzakelijk is?

(1) Zie blz. 8.

Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie

(4 december 2002)

De lidstaten zijn krachtens het EG-Verdrag verplicht hun schuld onder de referentiewaarde van 60 % van het bruto binnenlands product (BBP) te houden of, indien zij hoger ligt, ze voldoende snel naar deze referentiewaarde terug te dringen. De Commissie is krachtens het EG-Verdrag verplicht de naleving van deze eis te controleren en bij niet-naleving een verslag op te stellen overeenkomstig artikel 104, lid 3, van het EG-Verdrag (procedure bij buitensporige tekorten).

De eis dat de schuld in voldoende mate afneemt en de referentiewaarde in een bevredigend tempo benadert (artikel 104, lid 2, van het EG-Verdrag) is echter niet in uitvoeringsmaatregelen geëxpliciteerd.

De Commissie heeft evenwel het voornemen om de vereisten inzake schuld te verduidelijken zodat de reeds in het EG-Verdrag opgenomen schuldcriteria operationeel kunnen worden gemaakt. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de dynamiek van verschillende schuldcomponenten (stock-flow adjustment of omvang-stroomaanpassing, primair overschot, verschil in stijging van de rentevoeten) en de verwachte weerslag van de vergrijzing op de overheidsfinanciën. Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn beter te kunnen beoordelen, is het ook van belang dat de lidstaten de nodige informatie verstrekken in hun stabiliteits- en convergentieprogramma's.