SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3304/02 van Albert Maat (PPE-DE) aan de Commissie. Sluiting driemijlszone België.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3304/02 van Albert Maat (PPE-DE) aan de Commissie. Sluiting driemijlszone België.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3304/02
van Albert Maat (PPE-DE) aan de Commissie
(21 november 2002)
Betreft: Sluiting driemijlszone België
Is de Europese Commissie van mening dat de sluiting van de driemijlszone van België voor vissersschepen met meer dan 70 PK in strijd is met de vrije toegang voor de EU-lidstaten, temeer omdat dit Franse, Britse en Nederlandse vissersschepen treft?
Is de Europese Commissie bereid de Belgische regering hierover tot de orde te roepen?
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie
(17 december 2002)
In artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur(1) is het volgende bepaald:
Onverminderd de activiteiten in het kader van de nabuurschapsregelingen tussen de lidstaten, dienen de visserijactiviteiten in het kader van de in lid 1 bedoelde regelingen (mogelijkheid om de 12-mijlszone te reserveren voor nationale vaartuigen) te worden uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in bijlage I, waarin voor elke lidstaat de geografische zones van de kustwateren van de andere lidstaten zijn vastgesteld waar deze activiteiten mogen plaatsvinden, evenals de soorten waarop ze betrekking mogen hebben.
Conform dit principe, is voor wat betreft de zone van drie tot twaalf zeemijl van België in bijlage I bij voornoemde verordening bepaald dat Nederlandse vaartuigen er mogen vissen op alle soorten en Franse vaartuigen op haring. Er is nergens sprake van een mogelijkheid voor vaartuigen van die beide lidstaten en van het Verenigd Koninkrijk om visserijactiviteiten te beoefenen in de driemijlszone.
Bepalingen van dezelfde strekking waren opgenomen in artikel 6 en in bijlage I van Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden(2).
Er is met andere woorden geen enkele bepaling in de Gemeenschapswetgeving op grond waarvan vaartuigen van andere lidstaten aanspraak kunnen maken op visserijactiviteiten in de driemijlszone van België. Legaal uitgeoefende visserijactiviteiten in de driemijlszone van België, zoals die waarnaar de geachte afgevaardigde verwijst, moeten derhalve worden beschouwd als activiteiten in het kader van nabuurschapsregelingen tussen België en de betrokken staten.
Problemen of betwistingen in verband met de beoefening van de visserij in de driemijlszone moeten daarom worden onderzocht in het licht van deze nabuurschapsregelingen, regelingen waarvan de Commissie geen kennis heeft. Zij is dus niet bevoegd om uitspraak te doen over de rechten die Franse, Nederlandse en Britse vaartuigen op grond van deze regelingen kunnen doen gelden in de driemijlszone.
(1) PB L 389 van 31.12.1992.
(2) PB L 24 van 27.1.1983.