Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3670/02 van Joan Vallvé (ELDR) aan de Commissie. Kosten van verwijdering van afval bij het ruimen van dieren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3670/02 van Joan Vallvé (ELDR) aan de Commissie. Kosten van verwijdering van afval bij het ruimen van dieren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3670/02

van Joan Vallvé (ELDR) aan de Commissie

(18 december 2002)

Betreft: Kosten van verwijdering van afval bij het ruimen van dieren

Welke procedure wordt in de afzonderlijke lidstaten gevolgd voor het elimineren van reststoffen (bot) die overblijven bij het ruimen van dieren zoals dit plaats heeft gevonden tijdens de gekke koeiencrisis? De Spaanse staat verplicht de producent sommige kosten door te berekenen in de prijs voor de consument, waardoor deze laatste uiteindelijk mede de kosten van het verwijderen van dit afval draagt.

Naar verluidt zijn er lidstaten die deze kosten rechtstreeks voor hun rekening nemen, hetgeen de aldaar gevestigde producenten een comparatief voordeel zou bieden ten opzichte van Spaanse producenten.

Kan de Commissie antwoord geven op de vraag of er op Europees niveau wetgeving bestaat die voor alle lidstaten de verplichting met zich meebrengt eenzelfde aanpak te volgen, of dat een en ander volledig onder de bevoegdheid van de afzonderlijke lidstaten valt?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(29 januari 2003)

Volgens de geldende communautaire wetgeving(1) moet gespecificeerd risicomateriaal in slachthuizen en uitsnijderijen worden verwijderd. Lidstaten mogen echter toestemming verlenen voor het verwijderen van de wervelkolom uit kadavers of delen daarvan in specifiek daartoe erkende, gecontroleerde en geregistreerde slagerijen.

Overeenkomstig de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun betreffende TSE-tests, gestorven dieren en slachthuisafval(2) staat de Commissie sinds de inwerkingtreding van deze richtsnoeren (op 1 januari 2003) staatssteun ter dekking van de kosten in verband met de verwijdering van het betrokken slachthuisafval niet meer toe.

Toch staat de Commissie bij uitzondering en om de vleessector in de gelegenheid te stellen de hogere kosten die een gevolg zijn van de nieuwe wetgeving in verband met TSE, geleidelijk door te berekenen, staatssteun toe tot 50 % van de kosten voor de veilige verwijdering van gespecificeerd risicomateriaal en vleesbeendermeel dat in 2003 wordt geproduceerd en dat verder geen commercieel doel meer dient.

Om diezelfde reden staat de Commissie ook staatssteun tot 100 % toe voor de verwijdering van gespecificeerd risicomateriaal en vleesbeendermeel dat vóór de toepassingsdatum van deze richtsnoeren is geproduceerd en dat verder geen commercieel doel meer dient.

(1) Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën, PB L 147 van 31.5.2001.

(2) PB C 324 van 24.12.2002.