Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3889/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Aanvraag tot uitlevering van Khemais Toumi door Frankrijk aan Tunesië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3889/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Aanvraag tot uitlevering van Khemais Toumi door Frankrijk aan Tunesië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3889/02

van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie

(13 januari 2003)

Betreft: Aanvraag tot uitlevering van Khemais Toumi door Frankrijk aan Tunesië

Op verzoek van de Tunesische gerechtelijke autoriteiten heeft Frankrijk Khemais Toumi aangehouden, een Tunesische ondernemer die sinds meerdere jaren in Frankrijk woont, en het zou op het punt staan om hem uit te leveren. Volgens goed ingelichte bronnen is Toumi opgesloten en dreigt hij uitgeleverd te worden op grond van twee uitspraken, waarvan de eerste op dit ogenblik verjaard is, terwijl de tweede een zaak wegens laster betreft. Als gewezen uiterst linkse militant in zijn studietijd in Montpellier heeft Khemais Toumi de laatste jaren nooit geaarzeld om zijn steun te betuigen voor de slachtoffers van de politieke onderdrukking door het regime van president Ben Ali, waarvan hij voortdurend de corruptie aan de kaak gesteld heeft, vooral in zakelijke aangelegenheden in Zwitserland en de Europese Unie waar personen uit de naaste omgeving van de president bij betrokken waren.

Over welke inlichtingen in verband met de zaak van Khemais Toumi beschikt de Commissie? Wat denkt ze te ondernemen om te voorkomen dat iemand de vervolgd wordt om politieke redenen, zoals duidelijk het geval is voor Khemais Toumi, uitgeleverd wordt aan een land, Tunesië, waar hij vernederende behandelingen zal moeten ondergaan en waar hem een proces te wachten staat zonder de minste waarborg dat de internationale normen geëerbiedigd zullen worden? Wat denkt de Commissie verder van de opvallende toename van schendingen van de grondrechten in Tunesië in de loop van de laatste weken?

Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie

(26 februari 2003)

De Commissie beschikt over dezelfde informatie betreffende de heer Khemais Toumi als het geachte parlementslid.

De gevallen waarin melding wordt gemaakt van schending van de mensenrechten in Tunesië worden door de Commissie, samen met de lidstaten, gevolgd. De politieke dialoog met de Tunesische autoriteiten over deze kwestie wordt ook lokaal gevoerd door de ambassades van de Unie en de delegatie van de Commissie.

Met betrekking tot de mogelijke schending van grondrechten in een lidstaat is de situatie als volgt: hoewel het de plicht van de Commissie is ervoor te zorgen dat de grondrechten in het kader van het Gemeenschapsrecht in acht worden genomen, heeft zij geen bevoegdheid om te onderzoeken of nationale wetgeving en praktijken die buiten het toepassingsgebied van het Gemeenschapsrecht vallen, verenigbaar zijn met het Europees Verdrag betreffende de rechten van de mens. Dit wordt afgeleid uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie (onder andere in de zaken Demirel, Wachauf en E.R.T.) en is verwoord in artikel 51, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

De Commissie heeft geen bevoegdheid om te interveniëren in besluiten van lidstaten betreffende de behandeling van uitleveringsverzoeken van derde landen, zoals het geval is voor het verzoek om uitlevering van de heer Khemais Toumi door Frankrijk aan Tunesië. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten gaan over deze zaken.

Bovendien moet worden beklemtoond dat, indien de heer Toumi in Frankrijk asiel zou hebben aangevraagd of zou aanvragen, er nog geen communautaire bepalingen op grond van artikel 63 van het EG-Verdrag van kracht zijn. Met name de twee voorstellen voor een richtlijn inzake minimumnormen voor asielprocedures en voor een richtlijn over het aanmerken van een persoon als vluchteling of als persoon die internationale bescherming behoeft, zijn nog in behandeling in de Raad. Dit betekent dat er momenteel geen Gemeenschapsrecht is dat de Commissie in staat zou stellen onderzoeken in te stellen naar individuele asiel- en immigratiezaken, en bijgevolg bestaat er geen bevoegdheid om op die basis bij de Franse autoriteiten te interveniëren.