SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0053/03 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie. Het politieke geschil tussen de Europese Commissie en de Raad betreffende de politieke en wetgevende maatregelen inzake het vervoer over zee van gevaarlijke en aardolieproducten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0053/03 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie. Het politieke geschil tussen de Europese Commissie en de Raad betreffende de politieke en wetgevende maatregelen inzake het vervoer over zee van gevaarlijke en aardolieproducten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0053/03 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie. Het politieke geschil tussen de Europese Commissie en de Raad betreffende de politieke en wetgevende maatregelen inzake het vervoer over zee van gevaarlijke en aardolieproducten.
Publicatieblad Nr. 222 E van 18/09/2003 blz. 0144 - 0145
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0053/03
van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie
(22 januari 2003)
Betreft: Het politieke geschil tussen de Europese Commissie en de Raad betreffende de politieke en wetgevende maatregelen inzake het vervoer over zee van gevaarlijke en aardolieproducten
Sedert de Europese Raad van Kopenhagen is duidelijk geworden dat er een ernstig politiek geschil tussen de Europese Commissie en de Raad bestaat betreffende politieke en wetgevende maatregelen inzake het vervoer over zee van aardolieproducten en andere gevaarlijke goederen. Volgens haar mededeling over de veiligheid op zee na de schipbreuk van de tanker Prestige wil de Commissie de Erika-wetgeving toepassen, waarbij zelfs werd teruggegrepen naar oude teksten met strengere normen teneinde de veiligheid op de communautaire zeeën te verzekeren, en met strengere normen dan het reeds door het Parlement en de Raad goedgekeurde pakket, waarbij zelfs stemmen uit het college van commissarissen doorklonken die een specifieke EU-wetgeving verlangden in de trant van die welke de Verenigde Staten na het ongeval met de Exxon Valdez in Alaska in 1989 hebben ingevoerd. Daarentegen heeft de Raad, zoals blijkt uit de akkoorden die vóór de Europese Raad van Kopenhagen in de Raad vervoer zijn gesloten en die in de Deense hoofdstad werden bekrachtigd, die standpunten verworpen omdat hij de Europese wetgeving in het bestek van de Internationale Maritieme Organisatie wil houden, alwaar bepaalde lidstaten met belangen in de scheepvaartsector een gunstiger plek hebben om de huidige status quo te verdedigen, die de vraatzuchtige heerschappij van de aardoliemaatschappen en het onduidelijke conglomeraat van concerns en maffia's van de internationale transportwereld mogelijk maakt; een status quo die buitengewoon nadelig is voor de Europese kuststaten die te lijden hebben onder de vernietiging van hun natuur en hun economie, zoals recentelijk door de ramp met de Prestige voor de Galicische kusten werd aangetoond.
Welke initiatieven gaat de Commissie nemen teneinde dit politieke geschil op te lossen? Hoe gaat zij de kennelijke verschillen tussen Commissie en Raad oplossen? Welke steun gaat zij in het Europees Parlement zoeken om dit geschil op te lossen, in die zin dat er een wetgeving komt die de veiligheid van onze zeeën waarborgt en verder gaat dan de primitieve, ondoeltreffende en warrige normen van de Internationale Maritieme Organisatie? Welke spoed heeft voorzitter Prodi betracht bij het nastreven van een positieve oplossing voor dit ernstige probleem?
Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie
(28 februari 2003)
Op 3 december 2002(1) heeft de Commissie na de schipbreuk van de Prestige een mededeling goedgekeurd met daarin een reeks nieuwe wetgevingsmaatregelen en initiatieven van de Gemeenschap ter verbetering van de veiligheid op zee.
Bij gelegenheid van de Vervoerdsraad van 6 december 2002 heeft de Raad in zijn conclusies de initiatieven van de Commissie in grote lijnen bekrachtigd en enkele daarvan nog versterkt. De Europese Topconferentie van Kopenhagen van 13 december 2002 heeft zich er eveneens positief over uitgesproken.
De voornoemde mededeling behelst enerzijds een bespoediging van de inwerkingtreding der wetgevingsmaatregelen die na de schipbreuk van de Erika waren goedgekeurd en anderzijds initiatieven die oproepen tot een bredere toepassing dan die van het Europa van 15 lidstaten. Zij dienen
derhalve te worden besproken in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). De samenwerking tussen de Commissie en de IMO is een constant gegeven bij de maritieme wetsinitiatieven van de Unie. Ook het Parlement levert hier een geregelde bijdrage aan.
De Commissie verheugt zich dientengevolge op de steun van Parlement en Raad in dit dossier en hoopt dat de samenwerking tussen deze twee instellingen spoedig tot de verwezenlijking van de voorgenomen maatregelen zal leiden.
(1) COM(2002) 681 def.