Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0123/03 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie. Uitstaande Commissievoorstellen in samenhang met Richtlijn 1999/96/EG.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0123/03 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie. Uitstaande Commissievoorstellen in samenhang met Richtlijn 1999/96/EG.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0123/03 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie. Uitstaande Commissievoorstellen in samenhang met Richtlijn 1999/96/EG.

Publicatieblad Nr. 155 E van 03/07/2003 blz. 0213 - 0214


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0123/03

van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie

(21 januari 2003)

Betreft: Uitstaande Commissievoorstellen in samenhang met Richtlijn 1999/96/EG

Op 16 februari 2000 werd Richtlijn 1999/96/EG(1) van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking en tot wijziging van Richtlijn 88/77/EEG(2) van de Raad in het Publicatieblad gepubliceerd.

Een aantal tot Fase Euro IV behorende onderdelen, zoals de invoering van diagnostische boordsystemen (OBD), alsmede de controle op de conformiteit van de in gebruik zijnde motorvoertuigen (veldproef) en duurzaamheid moesten voor 31 december 2000 nog nader worden uitgewerkt. Tot dusver laten de desbetreffende Commissievoorstellen op zich wachten.

Aangezien Fase EURO IV op 1 oktober 2005 in werking zou moeten treden, is de resterende tijd begrensd.

Waarom is er nog geen desbetreffend Commissievoorstel ingediend?

Hoe denkt de Commissie in deze aangelegenheid verder te gaan?

Hoe wil de Commissie ervoor zorgen dat Fase EURO IV zoals gepland op 1 oktober 2005 in werking zal treden?

(1) PB L 44 van 16.2.2000, blz. 1.

(2) PB L 36 van 9.2.1988, blz. 33.

Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie

(12 februari 2003)

Het voorstel inzake de volgende fase van voorschriften betreffende Euro IV die moeten worden toegepast op zware bedrijfsvoertuigen en motoren, zal binnenkort door de Commissie worden behandeld. Het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad wordt op een andere wijze geformuleerd, volgens de aanpak met opsplitsing in twee niveaus.

Het voorstel dat nu in voorbereiding is, zal het eerste zijn op het gebied van wetgeving voor motorvoertuigen dat als specifiek doel heeft de efficiëntie van het besluitvormingsproces te verbeteren en tegelijkertijd de wetgeving te vereenvoudigen. Als zodanig zal het voorstel van de wetgevers verlangen dat alleen de fundamentele elementen van de wetgeving (bv. grenswaarden en andere elementen die duidelijk van politieke aard zijn) in het kader van artikel 95 van het EG-Verdrag worden beschouwd, terwijl de uitvoeringsmaatregelen (bv. de technische bijlagen) die nodig zijn om de fundamentele elementen ten uitvoer te leggen, zullen worden goedgekeurd via een richtlijn van de Commissie op basis van de delegatie van uitvoeringsbevoegdheid aan de Commissie. Deze delegatie is momenteel aan de orde via de herschikking van de kaderrichtlijn inzake typegoedkeuring (Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(1)).

Bij het opstellen van deze voorschriften betreffende Euro IV heeft de Commissie ook besloten door herschikking de leesbaarheid te verbeteren van Richtlijn 88/77/EEG van de Raad van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de emissie van gasvormige verontreinigingen door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen. Daarom worden de bestaande bijlagen bij Richtlijn 88/77/EEG en de nodige wijzigingen voor de invoering van de nieuwe fundamentele elementen herschikt volgens het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 tussen het Parlement, de Raad en de Commissie over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten(2). De nodige hulpmiddelen en procedures voor de herschikking van wetgevingsbesluiten zijn echter pas onlangs operationeel geworden. Vertragingen waren dan ook niet te vermijden.

De technische voorschriften betreffende diagnostische boordsystemen (OBD), duurzaamheid, controle op de conformiteit van de in gebruik zijnde motorvoertuigen, referentiebrandstoffen voor proeven, en de nauwkeurigheid en herhaalbaarheid van het systeem voor de bemonstering en meting van de deeltjesemissie worden momenteel opgesteld. Zij werden besproken en ontwikkeld in samenwerking met de verschillende belanghebbenden, met name de sector zware bedrijfsvoertuigen en motoren.

De Commissie zal voorstellen dat deze nieuwe maatregelen in werking treden vanaf de datums die zijn vastgesteld in Richtlijn 1999/96/EG van het Parlement en de Raad van 13 december 1999, d.w.z. 1 oktober 2005 voor nieuwe typen motoren en voertuigen, en 1 oktober 2006 voor alle typen motoren en voertuigen. Doel van de Commissie is dat de in Richtlijn 1999/96/EG vastgestelde datums voor de toepassing van deze nieuwe maatregelen in acht worden genomen en daarom vertrouwt ze erop dat de medebeslissingsprocedure spoedig kan worden uitgevoerd om dit doel te bereiken.

(1) PB L 42 van 23.2.1970.

(2) PB C 77 van 28.3.2002.