Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0196/03 van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie. Kinderarbeid bij de vervaardiging van sportartikelen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0196/03 van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie. Kinderarbeid bij de vervaardiging van sportartikelen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0196/03 van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie. Kinderarbeid bij de vervaardiging van sportartikelen.

Publicatieblad Nr. 011 E van 15/01/2004 blz. 0071 - 0073


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0196/03

van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie

(31 januari 2003)

Betreft: Kinderarbeid bij de vervaardiging van sportartikelen

Op 13 juni 2002 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over kinderarbeid bij de vervaardiging van sportartikelen.

Hierin wordt de Commissie verzocht voor het eind van het jaar 2002 aan het Parlement te rapporteren over de stappen en maatregelen die door de Commissie genomen worden naar aanleiding van deze resolutie.

Tot nu toe heeft het Parlement een dergelijke rapportage niet ontvangen.

1. Wanneer kan het Parlement een rapport over dit onderwerp verwachten van de Commissie?

2. Heeft de Commissie al stappen en maatregelen genomen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

3. Is de Commissie bereid samen met de ICTFU het initiatief te nemen voor een rondetafelgesprek met de FIFA?

Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie

(21 maart 2003)

De Commissie deelt de bezorgdheid over kinderarbeid bij de productie van sportartikelen. Zij veroordeelt iedere vorm van uitbuiting van kinderen, alsmede de ergste vormen van kinderarbeid. De Commissie ondersteunt de oproepen aan de internationale voetbalfederatie (FIFA) en de fabrikanten van sportartikelen om ervoor te zorgen dat geen kinderen ingezet worden bij de productie van sportkleding en voetballen onder licentie van de FIFA.

De Commissie is een warm voorstander van de recente overeenkomst tussen de FIFA en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) om samen kinderarbeid te bestrijden aan de hand van de reeds bestaande rode kaart voor kinderarbeid van de IAO.

De Gemeenschap zet zich in voor de daadwerkelijke toepassing van de fundamentele arbeidsnormen van de IAO. De Commissie heeft dit bevestigd door de goedkeuring op 18 juli 2001 van een mededeling over de bevordering van fundamentele arbeidsnormen en verbetering van de sociale governance in de context van de globalisering(1). Het Parlement was het eens met de in de mededeling voorgestelde strategie. Het overleg in de Raad over deze mededeling is nog niet afgerond.

De Commissie heeft kort geleden de samenwerking met de IAO versterkt: deze heeft nu ook betrekking op de wereldwijde bevordering van fundamentele arbeidsnormen, waaronder de bestrijding van kinderarbeid, de bevordering van betamelijk werk, waaronder de uitroeiing van armoede en het stimuleren van de sociale dimensie van mondialisering. Daartoe ondertekenden de IAO en de Commissie op 14 mei 2001 een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling(2). Hieraan wordt een vervolg gegeven door jaarlijkse vergaderingen op hoog niveau tussen de Commissie en de IAO.

De Commissie draagt ook bij aan het werk van de door de IAO ingestelde mondiale commissie inzake de sociale dimensie van mondialisering. De Commissie organiseerde in samenwerking met deze commissie op 3 en 4 februari 2003 een conferentie op hoog niveau, waarbij alle Europese belanghebbenden betrokken waren, waaronder de Europese sociale partners, andere organisaties uit het maatschappelijk middenveld, het Europees Parlement, de lidstaten en de kandidaat-lidstaten.

De Gemeenschap heeft ook toegezegd de toepassing van fundamentele arbeidsnormen in het kader van bilaterale en multilaterale overeenkomsten met ontwikkelingslanden te zullen bevorderen. Een goed voorbeeld hiervan is artikel 50 van de Overeenkomst van Cotonou. In dit artikel hebben de Gemeenschap en de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan hun gehechtheid herbevestigd aan de fundamentele arbeidsnormen van de IAO, waaronder de strijd tegen de ergste vormen van kinderarbeid.

Het stelsel van algemene preferenties (SAP) van de Gemeenschap kent ook een mechanisme om de toepassing van fundamentele arbeidsnormen te stimuleren.

Daarnaast ondersteunt de Commissie de richtsnoeren van de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) inzake multinationale ondernemingen, waarin onder andere staat dat ondernemingen, binnen de geldende wetten, verordeningen, en de heersende arbeidsverhoudingen en -praktijken () bij moeten dragen aan de daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeid.

De Commissie stimuleert de internationale dimensie van de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven. Op 2 juli 2002 werd hierover een mededeling goedgekeurd (Mededeling van de Commissie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven: een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling), waarin ook de naleving van fundamentele arbeidsnormen is opgenomen. Bij het Stakeholder forum over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven, dat door de Commissie in 2002 werd opgericht, zijn vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden betrokken. De internationale dimensie staat ook op de agenda van dit forum. Het is van belang het vraagstuk van kinderarbeid in de productie van sportartikelen te bespreken. De Commissie heeft bijgedragen aan de financiering (begrotingslijn B3-4000) van een project van de Europese textieldetailhandel dat beoogt fundamentele arbeidsnormen te bevorderen.

De Commissie is ook bereid niet-gouvernementele organisaties (NGO's) te ondersteunen die samen met lokale partners kinderarbeid proberen te bestrijden. Er zijn al verschillende initiatieven gefinancierd ter bestrijding van kinderarbeid, met name in Afrika.

In het verslag over de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Gemeenschap van 2001 heeft de Commissie aan de Raad en aan het Parlement verslag uitgebracht over hetgeen ondernomen is om kinderarbeid en -uitbuiting te bestrijden. De Commissie is van mening dat een apart verslag over kinderarbeid bij de productie van sportartikelen niet opportuun zou zijn.

De Commissie is van mening dat steun voor en de bescherming van kwetsbare kinderen ook gezien moet worden in de bredere context van armoedebestrijding, en daarom in het kader van de ontwikkelingssamenwerking van de Gemeenschap. Kinderen vormen een belangrijke doelgroep van de buitenlandse hulp van de Gemeenschap, met name binnen sectoraal beleid op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs en gezondheidszorg.

De Gemeenschap stelt meer steun beschikbaar om verplicht onderwijs voor iedereen te verwezenlijken in alle ontwikkelingslanden, als onderdeel van de verplichtingen die zij hiertoe is aangegaan in het kader van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen met betrekking tot onderwijs en gelijke kansen voor mannen en vrouwen. De Commissie is van mening dat dit een van de beste manieren is waarop zij op dit moment kinderen uit de vicieuze cirkel van uitbuiting kan halen.

(1) COM(2001) 416 def.

(2) PB C 165 van 8.6.2001.