Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0281/03 van Ulpu Iivari (PSE) aan de Commissie. Vernieuwing van het communautaire visserijbeleid en het herstel van de wilde zalm.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0281/03 van Ulpu Iivari (PSE) aan de Commissie. Vernieuwing van het communautaire visserijbeleid en het herstel van de wilde zalm.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/698


(2004/C 78 E/0747)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0281/03

van Ulpu Iivari (PSE) aan de Commissie

(3 februari 2003)

Betreft: Vernieuwing van het communautaire visserijbeleid en het herstel van de wilde zalm

De wilde zalm in de Oostzee is van groot belang voor de sportvisserij en daarmee voor het toerisme rond het noordelijk deel van de Botnische Golf en in Noord-Finland. Tegenwoordig wordt de wilde zalm op open zee en in riviermondingen echter te intensief bevist. Bovendien wordt te vaak op verkeerde tijdstippen gevist. Om deze reden wordt de trek van de zalmen naar de rivieren waar zij kuit schieten onmogelijk gemaakt of in ieder geval ernstig belemmerd.

Het visserijbeleid van de EU besteedt in het geheel geen aandacht aan het herstel van de wilde zalm in de Oostzee, hoewel de bevoegdheid van de EU zich ook uitstrekt tot de zee- en riviervisserij van de lidstaten. In de Oostzeeregio gebruikt de EU haar bevoegdheid met betrekking tot de zalmvisserij slechts als lid van de Baltische visserijcommissie, en beperkingen die aan de visserij worden opgelegd hebben vooral betrekking op quota voor bepaalde soorten.

Zweden en Finland hebben met een gezamenlijk ministerieel besluit grenzen gesteld aan de zalmvangst in het noordelijk deel van de Botnische Golf, met name in de monding van de rivier de Tornio, maar alleen Finland voert dit besluit op consequente wijze uit. Zweden heeft min of meer volgens de regels ontheffingen verleend aan de eigen vissers en de Zweedse zalmvangsten in de riviermonding zijn nu vele malen hoger dan de vangsten van alle sportvissers in de rivier de Tornio bij elkaar.

Hecht de Commissie belang aan het herstel van de wilde zalm en aan het bevorderen van de sportvisserij op deze vissoort? Op welke wijze wil de Commissie bij de vernieuwing van het communautaire visserijbeleid die momenteel gaande is aandacht besteden aan de wilde zalm in de Oostzee?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(3 maart 2003)

Zoals het geachte parlementslid terecht opmerkt, valt de Oostzeezalm tijdens zijn levensstadia op zee onder het beheer van de Internationale visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC), die overeenkomstig het Verdrag van Gdansk uit 1973 verantwoordelijk is voor het beheer van de levende rijkdommen in de Oostzee.

Deze organisatie heeft in 1997 een beheersplan voor de lange termijn vastgesteld, dat bekend staat als het zalmactieplan. Het voornaamste oogmerk van dit plan is om de stand van de wilde zalm in de Oostzee te verbeteren en de natuurlijke productie van wilde Oostzeezalm geleidelijk op te voeren waarbij in 2010 minstens weer 50 % van de potentiële capaciteit — volgens de meest betrouwbare schattingen — van elke zalmrivier zou moeten zijn bezet. Andere doelstellingen van het plan zijn het herstel van populaties wilde zalm in potentiële zalmrivieren en de verbetering, waar mogelijk, van de leefomgeving van de wilde zalm.

Ofschoon niet alle onderdelen van het zalmactieplan onder de verantwoordelijkheid van de IBSFC vallen, houdt deze organisatie nauwgezet toezicht op de uitvoering van het actieplan in al zijn facetten. De betrokken partijen zijn gehouden op gezette tijden verslag uit te brengen over de activiteiten die onder hun verantwoordelijkheid vallen, zoals het uitzetten van kweekzalm of het versterken van bestanden wilde zalm.

In dit opzicht gaan de nationale regulerende maatregelen in kustgebieden ter vermindering van de visserijdruk op wilde zalm en de maatregelen van de IBSFC hand in hand. De meest doeltreffende IBSFC-maatregel was zonder twijfel de verlaging van de totale toegestane vangsten (TAC's) voor zalm naar aanleiding van de slechte situatie van de populaties wilde zalm. Eind jaren tachtig werden in de zeevisserij en de kustvisserij op jaarbasis maar liefst 1 miljoen stuks zalm gevangen. De voor 2003 toegewezen TAC voor het Centrale Bekken en de Botnische Golf bedraagt 460 000 stuks.

Deze maatregelen werpen nu al vruchten af. Volgens de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) is de stand van de populaties wilde zalm in het Centrale Bekken en de Botnische Golf de laatste jaren over het algemeen verbeterd en waren de aantallen smolts in 2000-2002 zeer hoog. Er wordt dan ook een goede paaitrek verwacht in de jaren 2003-2005. Een andere belangrijke ontwikkeling die de stand van de wilde zalm zou kunnen verbeteren, is de invoering, vanaf 2004, van een alternatieve visserijstrategie voor de Oostzeezalm. Deze strategie, die op de laatste jaarvergadering van de IBSFC is aangenomen, moet de overgang bevorderen van een gemende visserij op wilde en gekweekte populaties naar een selectieve visserij op gekweekte populaties.

Dit illustreert wellicht waarom de Commissie van mening is dat de instandhoudingsmaatregelen voor wilde zalm, zowel in nationaal als in IBSFC-verband, een succesvol instrument vormen voor het visserijbeheer in de Oostzee. Zolang dit het geval is, ziet de Commissie geen aanleiding haar verantwoordelijkheden ten aanzien van zalm uit te breiden. Wat de sportvisserij betreft, kan de Commissie het geachte parlementslid meedelen dat de Gemeenschap op dit punt geen beleid voert met betrekking tot wilde zalm in de Oostzee.