SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0343/03 van Miquel Mayol i Raynal (Verts/ALE) aan de Commissie. Fiscale en maatschappelijke hindernissen in bepaalde grensregio's binnen de Europese Unie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0343/03 van Miquel Mayol i Raynal (Verts/ALE) aan de Commissie. Fiscale en maatschappelijke hindernissen in bepaalde grensregio's binnen de Europese Unie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0343/03 van Miquel Mayol i Raynal (Verts/ALE) aan de Commissie. Fiscale en maatschappelijke hindernissen in bepaalde grensregio's binnen de Europese Unie.
Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0172 - 0173
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0343/03
van Miquel Mayol i Raynal (Verts/ALE) aan de Commissie
(10 februari 2003)
Betreft: Fiscale en maatschappelijke hindernissen in bepaalde grensregio's binnen de Europese Unie
Uit een door een fiscaal advocaat in Perpignan (Frankrijk) en Figueres (Spanje), Mr. Hervé Germa, verricht onderzoek blijkt dat de verschillen op sociaal en fiscaal gebied tussen beide staten van dien aard zijn dat er sprake is van oneerlijke concurrentie.
Deze verschillen hebben vooral te maken met de sociale lasten en de bedrijfsbelasting. De sociale lasten bedragen in Frankrijk 48 % van het brutosalaris en in Spanje slechts 30,6 %. Wat de bedrijfsbelasting betreft voor een onderneming met minder dan 10 mensen in loondienst, deze bedraagt in Frankrijk ongeveer 1 200 EUR en ligt in Spanje slechts tussen de 400 à 500 EUR.
Deze verschillen bestaan niet zozeer in afgelegen grensstreken tussen de lidstaten, maar doen zich vooral gevoelen in de Roussillon, een regio met een bruisende economie.
Welke maatregelen denkt de Commissie te nemen om zo mogelijk deze economische hindernis te compenseren?
Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie
(18 maart 2003)
Volgens het huidige Gemeenschapsrecht behoren de directe belastingen nog steeds grotendeels tot de bevoegdheid van de lidstaten. De Commissie weet uit ervaring dat in grenssituaties moeilijkheden kunnen ontstaan als gevolg van de verschillen tussen de belastingstelsels van de lidstaten. Dit kan problemen doen rijzen en, bijvoorbeeld, leiden tot discriminatie en belemmeringen bij de uitoefening van de vier vrijheden.
De lidstaten zijn vrij, binnen de grenzen van het EG-Verdrag, de belastingstelsels te kiezen die zij wenselijk en dienstig achten. Er is een verband tussen de belastingtarieven en de omvang van de overheidsuitgaven, waarover de lidstaten eveneens zelf kunnen beslissen op voorwaarde dat voldoende inkomsten worden gegenereerd om de begroting ongeveer in evenwicht te houden of voor een begrotingsoverschot. Niettemin geeft de Commissie in haar mededeling betreffende Het fiscaal beleid in de Europese Unie: prioriteiten voor de komende jaren(1) de mening te kennen dat een betere coördinatie van de belastingstelsels noodzakelijk kan zijn om discriminatie in grenssituaties te vermijden of de belemmeringen voor de uitoefening van de vier vrijheden weg te nemen.
Wat de sociale zekerheid in het algemeen betreft, vormt het Gemeenschapsrecht voor de lidstaten geen beletsel om hun eigen systemen van sociale zekerheid te organiseren. Omdat een en ander op het niveau van de Gemeenschap niet geharmoniseerd is, stelt elke lidstaat zelf de tarieven van zijn sociale-zekerheidspremies vast, met dien verstande dat bij de uitoefening van die bevoegdheid rekening wordt gehouden met het Gemeenschapsrecht. Voorts mag niet uit het oog worden verloren dat dergelijke premies slechts een element zijn van de totale arbeidskosten en dat uit het oogpunt van de mededinging vooral de verhouding tussen de arbeidskosten en de productiviteit (arbeidskosten per eenheid) van belang is. De productiviteit wordt bepaald door een aantal factoren, waaronder de opleiding van de beroepsbevolking en de kwaliteit van de openbare infrastructuur.
Aangezien de door het geachte parlementslid beschreven situatie kennelijk geen inbreuk maakt op het Gemeenschapsrecht, heeft de Commissie geen reden om maatregelen te nemen.
(1) COM(2001) 260 def.