Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0355/03 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Misbruiken door Griekse transporteurs.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0355/03 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Misbruiken door Griekse transporteurs.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0355/03 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Misbruiken door Griekse transporteurs.

Publicatieblad Nr. 242 E van 09/10/2003 blz. 0120 - 0121


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0355/03

van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie

(12 februari 2003)

Betreft: Misbruiken door Griekse transporteurs

De Griekse federatie voor internationaal wegvervoer beschuldigt sommige Griekse transporteurs van praktijken die tot doel hebben in een vreemd land naar keuze een vergunning te krijgen om het beroep van internationaal wegvervoerder uit te oefenen en om hun vrachtwagens in dat land te laten registreren.

Meer bepaald huren zij in het buitenland kantoren, die bedoeld zijn als ruimte voor een operationeel centrum, voor de controle van de vereiste boeken en documenten en voor alle andere nodige formaliteiten in dat land van vestiging, met de bedoeling daar rijvergunningen, nummerplaten en vijfjarige communautaire vergunningen voor hun vrachtwagens te krijgen. Van zodra deze procedure beëindigd is, verlaten ze dat land, zeggen er alle aangegane verplichtingen op en keren terug naar Griekenland, hun feitelijke land van vestiging. Met vrachtwagens die niet in Griekenland zijn ingeschreven, verrichten ze illegaal zowel internationaal als nationaal vervoer. Bovendien betalen ze blijkbaar in geen enkel land inkomensbelasting, verkeersbelasting of andere belastingen, kunnen hun boeken en documenten niet worden gecontroleerd omdat deze niet op de zetel van het bedrijf worden bijgehouden en kan evenmin worden vastgesteld of ze hun vrachtwagens al dan niet aan technische controles onderwerpen.

Beschikt de Commissie over gegevens die deze beschuldigingen kunnen staven? Wat denkt zij te ondernemen om deze feiten vast te stellen en dit fenomeen te bestrijden als blijkt dat deze beschuldigingen waar zijn?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(14 maart 2003)

De Commissie is op de hoogte van de door het geachte parlementslid vermelde toestanden.

Het geachte parlementslid doelt met name op cabotageoperaties die legaal zijn wanneer zij worden uitgevoerd in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad van 25 oktober 1993(1). In artikel 1, lid 1 van deze verordening is bepaald dat alle ondernemers in het beroepsgoederenvervoer over de weg die houder zijn van de communautaire vergunning als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 881/92(2), worden toegelaten tot het tijdelijk verrichten van binnenlands goederenvervoer over de weg in een andere lidstaat.

Het is de taak van de nationale autoriteiten erop toe te zien dat de communautaire voorschriften voor de toegang tot de markt voor het goederenvervoer over de weg worden nageleefd en dat eventuele illegale praktijken worden beëindigd. Volgens de inlichtingen waar de Commissie over beschikt, treffen de Griekse autoriteiten maatregelen in die zin.

(1) Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad van 25 oktober 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot het binnenlands goederenvervoer over de weg in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, PB L 279 van 12.11.1993.

(2) Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van 26 maart 1992 betreffende de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van een of meer lidstaten, PB L 95 van 9.4.1992.