SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0460/03 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie. Naleving van de emissienormen voor zware bedrijfsvoertuigen (Richtlijn 1999/96/EG).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0460/03 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie. Naleving van de emissienormen voor zware bedrijfsvoertuigen (Richtlijn 1999/96/EG).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0460/03 van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie. Naleving van de emissienormen voor zware bedrijfsvoertuigen (Richtlijn 1999/96/EG).
Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0189 - 0191
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0460/03
van Bernd Lange (PSE) aan de Commissie
(19 februari 2003)
Betreft: Naleving van de emissienormen voor zware bedrijfsvoertuigen (Richtlijn 1999/96/EG)
In Richtlijn 1999/96/EG(1) zijn de emissienormen vastgesteld van EURO III (vanaf 1.10.2000), EURO IV (vanaf 1.1.2005) en EURO V (vanaf 1.10.2008) die de grenswaarden aanduiden
voor de emissie van uitlaatgassen van zware bedrijfsvoertuigen. Er doen in de pers steeds vaker verhalen de ronde over moderne motoren die elektronisch zodanig worden aangestuurd dat ze enkel bij testprocedures aan deze emissienormen voldoen. In andere rijomstandigheden geeft het emissiegedrag een fundamentele verslechtering te zien en is de uitstoot van deze moderne motoren zelfs nog hoger dan die van hun voorgangers.
Is de Commissie op de hoogte van dit probleem?
Hoe beoordeelt de Commissie dit probleem in juridisch opzicht? Gaat het hier niet om een juridisch ontoelaatbare cycle-beating?
Welke stappen denkt de Commissie te ondernemen?
(1) PB L 44 van 16.2.2000, blz. 1.
Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie
(26 maart 2003)
Cycle beating of cyclusomzeiling is een bij de Commissie welbekend fenomeen. In punt 6.1.1 van bijlage I bij Richtlijn 1999/96/EG(1) wordt het gebruik van manipulatievoorzieningen (zoals gedefinieerd in de richtlijn) expliciet verboden.
In 2000 werd de Commissie ervan op de hoogte gebracht dat twee zware motoren met een Euro 3-typegoedkeuring, die alleen volgens de ESC-test (European Steady-State Cycle) beproefd hoeven te worden, hogere emissies aangaven dan verwacht wanneer ze volgens de ETC-test (European Transient Cycle) werden beproefd. Het vermoeden bestond dat de motoren een elektronische manipulatievoorziening gebruikten om de prestaties of het brandstofverbruik gunstig te beinvloeden. Ter voorkoming van een dergelijke situatie, die zich nog niet zo lang geleden in de Verenigde Staten heeft voorgedaan, heeft de Commissie bij Richtlijn 2001/27/EG(2) maatregelen genomen om de voorschriften tegen het gebruik van dergelijke voorzieningen aan te scherpen.
Volgens de nieuwe voorschriften moeten de fabrikanten bij de typegoedkeuring al hun elektronische strategieën aan de typegoedkeuringsinstantie of de technische diensten meedelen en rechtvaardigen waarom ze, binnen nauwkeurig gedefinieerde bedrijfsomstandigheden, gebruik maken van bepaalde manipulatievoorzieningen (geldige redenen zijn bijvoorbeeld het beschermen van de motor en koud starten). Om commerciële redenen moeten de typegoedkeuringsinstantie en de technische diensten het vertrouwelijke karakter van deze informatie in acht nemen. Om na te gaan of een strategie als manipulatievoorziening moet worden aangemerkt, kan de typegoedkeuringsinstantie of de technische dienst ook nog een NOX-screeningtest volgens de ETC eisen (NOX zijn stikstofoxiden). Dit is een aanvullende test voor Euro 3-motoren. Euro 4- en Euro 5-motoren moeten in ieder geval volgens de ESC- en de ETC-test worden beproefd.
In plaats van al deze informatie prijs te geven, kan de fabrikant ook kiezen voor indiening van de resultaten van een NOX-screeningtest, vergezeld van een verklaring dat de motor geen gebruik maakt van een manipulatievoorziening of een abnormale emissiebeheersingsstrategie zoals gedefinieerd in Richtlijn 2001/27/EG.
De lidstaten passen Richtlijn 2001/27/EG vanaf 1 oktober 2001 toe. Voor alle nieuwe registraties is naleving vanaf 1 oktober 2003 verplicht. De richtlijn bepaalt ook dat alle Euro 3-motoren waarvoor al vóór de inwerkingtreding van Richtlijn 2001/27/EG een typegoedkeuring was verleend, met het oog op de nieuwe maatregelen opnieuw moeten worden goedgekeurd. Dit kan geschieden door uitbreiding van de typegoedkeuring.
De Commissie is van oordeel dat dit pakket maatregelen het gebruik van manipulatievoorzieningen sterk ontmoedigt, omdat bij niet-naleving van de regels in het ergste geval de typegoedkeuring (uiteraard) wordt ingetrokken.
De Commissie werkt ook in de VN/ECE (Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties) aan de opstelling van een wereldwijd technisch reglement waarin nauwkeurig omschreven maatregelen tegen het gebruik van manipulatievoorzieningen in nieuwe zware voertuigen zijn opgenomen.
Daarnaast bereidt de Commissie voorstellen voor om de Euro 4-emissienormen aan te vullen met nieuwe technische tests (zoals vereist in Richtlijn 1999/96/EG), terwijl in het kader van diverse projecten wordt gekeken naar de verschillen tussen de werkelijke emissies tijdens het gebruik en de emissiegrenswaarden bij de typegoedkeuring. Een van de aanvullende onderdelen van de Euro 4-emissienormen is een test voor de controle van de emissies van zware voertuigen tijdens het gebruik. Momenteel wordt deze test aan een evaluatie onderworpen. Naar alle waarschijnlijkheid zal dit uitmonden in een procedure die de autoriteiten de mogelijkheid biedt een zwaar voertuig uit te rusten met een toestel dat de emissies tijdens het gebruik op de weg meet en registreert. Door de typegoedkeuringstest te combineren met deze aanvullende test op de weg wordt een strenge controle van de emissies in alle gebruiksomstandigheden mogelijk.
Zware motoren kunnen echter nog altijd worden gemanipuleerd door in de handel verkrijgbare prestatieverbeterende chips of motorkalibratieprogramma's. Een komende wijziging van Richtlijn 88/77/EEG zal het mogelijk maken doeltreffender op te treden tegen manipulatie, met name die van het motormanagementsysteem van nieuwe voertuigen.
(1) Richtlijn 1999/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking en tot wijziging van Richtlijn 88/77/EEG van de Raad, PB L 44 van 16.2.2000.
(2) Richtlijn 2001/27/EG van de Commissie van10 april 2001 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 88/77/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking, PB L 107 van 18.4.2001.