SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0582/03 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Het uitsterven van kankerverwekkend geïmpregneerd hout na het verbod op nieuwe toepassingen en het aanmerken van gebruikt materiaal als gevaarlijk afval.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0582/03 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Het uitsterven van kankerverwekkend geïmpregneerd hout na het verbod op nieuwe toepassingen en het aanmerken van gebruikt materiaal als gevaarlijk afval.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0582/03 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Het uitsterven van kankerverwekkend geïmpregneerd hout na het verbod op nieuwe toepassingen en het aanmerken van gebruikt materiaal als gevaarlijk afval.
Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0203 - 0205
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0582/03
van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie
(28 februari 2003)
Betreft: Het uitsterven van kankerverwekkend geïmpregneerd hout na het verbod op nieuwe toepassingen en het aanmerken van gebruikt materiaal als gevaarlijk afval
1. Is het de Commissie bekend dat het Nederlandse bedrijf Billiton, onderdeel van Shell, sinds de jaren '80 jaarlijks 300 000 kilo arsenicumverbindingen (Wolmanzouten) als middel tegen houtrot heeft kunnen lozen door deze te gebruiken voor het doordrenken van Europees hout dat daardoor de meer duurzame kenmerken van tropisch hardhout zou gaan krijgen, en dat dit mede mogelijk was doordat het al veel langer als giftig beschouwde arseenzuur, dat zelfs in kleine hoeveelheden bij aanraking door de menselijke huid dringt en daarna schade kan toebrengen aan erfelijk materiaal en kanker veroorzaken, in officiële stukken werd aangeduid met de verhullende term arseenpentoxide?
2. Bestaan er betrouwbare en toegankelijke gegevens over de mate waarin binnen de EU-lidstaten en kandidaat-lidstaten reeds langdurig en veelvuldig hout voor kinderspeeltoestellen, woningbouw, tuinmeubelen, schuttingen, haveninstallaties, telefoonpalen en landbouwhekken is behandeld met arseenzuur of het zo mogelijk nog gevaarlijker chroom VI? In welke lidstaten is dit het meest gebeurd en in welke het minst?
3. Herinnert de Commissie zich dat volgens de recent in werking getreden richtlijn 2003/02/EG(1) geïmpregneerd afvalhout weliswaar wordt beschouwd als gevaarlijk afval en wordt voorkomen dat in de toekomst opnieuw hout zal worden doordrenkt met arseenzuur, maar dat er vooralsnog een gat in de beschermende regels blijkt bestaan voor het nog voor de oorspronkelijke doeleinden in gebruik zijnde geïmpregneerde hout dat zijn bestemming kan behouden met het voorschrift om het slechts met handschoenen aan te raken?
4. Waarom wordt verschillend omgegaan met geïmpregneerd hout dat nu nog in gebruik is en het eveneens veelvuldig als goedkoop en praktisch bouwmateriaal toegepaste kankerverwekkende asbest, waarvan inmiddels actief verwijdering wordt nagestreefd uit ruimten voor wonen, werken en recreatie?
5. Hoe zal naar uw verwachting het uitsterven en in afwachting daarvan het afschermen van de huidige toepassingen plaatsvinden? Welke aanvullende regels verwacht u van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, hoeveel tijd mogen die oplossingen nog kosten en welke EU-stimulansen behoren na de invoering van richtlijn 2003/02/EG tot uw verdere voornemens?
Bron: De Nederlandse krant Algemeen Dagblad van 12 februari 2003.
(1) PB L 4 van 9.1.2003, blz. 9.
Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie
(4 april 2003)
1. De Commissie is niet op de hoogte van de vermeende activiteiten van het genoemde bedrijf. Wat het huidige gebruik van arseen bij de behandeling van hout betreft, wordt in Richtlijn 89/677/EEG van 21 december 1989(1) tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van 27 juli 1976 inzake het op de markt brengen en het gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten(2), het gebruik van deze verbindingen ter bescherming van hout in het algemeen verboden en wordt het gebruik ervan alleen in sommige industriële installaties in oplossingen van anorganische zouten van het type
CCA (koper, chroom en arseen) toegelaten. Arseenzuur is de arseenverbinding die wordt gebruikt bij de samenstelling van CCA-zouten. Daarnaast kunnen lidstaten op hun grondgebied het gebruik van preparaten met dinitrofenol, fluoride en/of arseen in bepaalde toepassingen toelaten.
2. De Commissie beschikt niet over de gegevens om hierop een uitvoering antwoord te kunnen geven. Uit een voor de Commissie uitgevoerde risicobeoordeling betreffende het gebruik van arseen bij houtverduurzaming(3) is echter gebleken dat arseen al vele jaren (sinds de jaren dertig) ter bescherming van hout wordt gebruikt, voornamelijk in samenstellingen van het type CCA. De samenstelling van CCA en de hechting ervan aan hout is de loop der tijd veranderd. Uit het verslag is ook gebleken dat er aan het begin van de jaren negentig sprake is van een gestage daling op de wereldmarkt voor CCA-houdende houtverduurzamingsmiddelen. In 1996 wordt de CCA-markt in de Gemeenschap geschat op 11 000 ton per jaar, hetgeen een daling van de totale omvang van de markt van meer dan 50 % in vergelijking met 1989 betekent. Voorts is uit de studie gebleken op welke gebieden voornamelijk met CCA behandeld hout werd gebruikt, waaronder hekken, speeltuinartikelen en constructiehout.
Wat het gebruik van met CCA behandeld hout in de lidstaten betreft, heeft Nederland maatregelen ingevoerd die een verbod op het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen op basis van koperzouten met inbegrip van CCA tot gevolg hebben. De Commissie bespreekt deze nationale maatregelen momenteel met Nederland in het licht van het advies van het Wetenschappelijk Comité voor de toxiciteit, de ecotoxiciteit en het milieu (WCTEM) over de rechtvaardiging van een kennisgeving door Nederland van de invoering van nationale maatregelen betreffende met koperverbindingen behandeld hout(4).
De Commissie is ook op de hoogte van een algemeen verbod op de invoer, de verkoop en het gebruik van met arseen behandeld hout in Denemarken(5).
3. Afvalhout dat gevaarlijke stoffen bevat is ingedeeld als gevaarlijke afvalstof overeenkomstig Beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000(6), als laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/573/EG van de Raad van 23 juli 2001(7), waarin de Europese lijst van gevaarlijke afvalstoffen is herzien.
In Richtlijn 2003/2/EG van de Commissie van 6 januari 2003 inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van arseen(8) wordt het gebruik van hout voor consumententoepassingen (bv. voor houten hekken en terrassen) verboden. Wat professionele en industriële toepassingen betreft, staat de richtlijn het gebruik van een bepaald type arseenhoudend CCA-preparaat alleen toe voor de behandeling van hout voor specifieke toepassingen, op voorwaarde dat de structurele integriteit van het hout vereist is voor de veiligheid van mensen en van vee en het niet waarschijnlijk is dat mensen er gedurende de levensduur van dit hout mee in aanraking komen, en dat het afval van dit hout door een erkend verwijderaar als gevaarlijk afval wordt behandeld. Het behandelde hout moet ook aan bepaalde vereisten inzake de etikettering voldoen.
4. De keuze van methoden ter vermindering van risico's in elk afzonderlijk geval moet in verhouding staan tot de hoogte van het vastgestelde risico. In het geval van arseen hebben de bij de beoordeling vastgestelde risico's voor de gezondheid van de mens voornamelijk betrekking op de gezondheid van kinderen wegens het gebruik van met arseen behandeld hout voor speeltuinartikelen en op de volksgezondheid in het algemeen wegens de verwijdering van met arseen behandeld afvalhout. Dit laatste risico doet zich vooral voor bij de verbranding van met arseen behandeld houtafval door huishoudens. Het WCTEM heeft dit risico geëvalueerd(9) en kwam daarbij tot de conclusie dat de voornaamste risico's juist waren ingeschat. Het WCTEM gaf verder als oordeel dat het gezien de ernstige leemten in de kennis van met arseen behandeld hout op stortplaatsen raadzaam is voorzichtigheid te betrachten en het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen op basis van arseen te beperken tot situaties waarin dit absoluut noodzakelijk is. Ten gevolge van deze risicobeoordeling zijn bij Richtlijn 2003/2/EG een aantal van de boven beschreven maatregelen ingevoerd waarvan de Commissie meent dat deze aanzienlijke voordelen meebrengen voor de bescherming van de gezondheid van de consument en van het milieu in het algemeen in de EU.
Wat het gebruik van bestaand hout betreft, zijn de bij Richtlijn 2003/2/EG ingevoerde maatregelen niet retroactief en is het aan de lidstaten om eventueel dergelijke maatregelen te nemen als zij op nationaal niveau noodzakelijk achten.
In dit verband moet ook worden opgemerkt dat het American Environmental Protection Agency dit onderwerp heeft bestudeerd en van mening is dat er geen reden is om met CCA behandelde bouwwerken, met inbegrip van terrassen en speeltuinartikelen, te verwijderen of te vervangen(10).
5. De uitvoering van Richtlijn 2003/2/EG is een zaak voor de lidstaten. De Commissie is niet van plan na de goedkeuring van de Richtlijn nog enige EU-stimulansen te geven.
(1) PB L 398 van 30.12.1989.
(2) PB L 262 van 27.9.1976.
(3) Assessment of the Risks to Health and to the Environment of Arsenic in Wood Preservatives and of the Effects of Further Restrictions on its marketing and use, 1998.
(4) http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/sct/out163_en.pdf.
(5) Kennisgeving 96/0242/Dk.
(6) PB L 226 van 6.9.2000.
(7) PB L 203 van 28.7.2001.
(8) PB L 4 van 9.1.2003.
(9) http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/sct/out18_en.html.
(10) http://www.epa.gov/epahome/headline_021202.htm.