Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0669/03 van Giacomo Santini (PPE-DE) aan de Raad. Onvoldoende aandacht voor jonge landbouwers in het kader van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0669/03 van Giacomo Santini (PPE-DE) aan de Raad. Onvoldoende aandacht voor jonge landbouwers in het kader van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0669/03 van Giacomo Santini (PPE-DE) aan de Raad. Onvoldoende aandacht voor jonge landbouwers in het kader van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Publicatieblad Nr. 051 E van 26/02/2004 blz. 0037 - 0038


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0669/03

van Giacomo Santini (PPE-DE) aan de Raad

(6 maart 2003)

Betreft: Onvoldoende aandacht voor jonge landbouwers in het kader van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid

Bij de verhitte debatten over de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is één stem niet gehoord, nl. die van de jonge landbouwers. Evenmin bevatte het document van de Commissie concrete verwijzingen naar de toekomst van deze categorie landbouwers, hun problemen en hun verwachtingen.

Laten we dus even stilstaan bij de artikelen 7 en 8 van verordening (EG) nr. 1257/1999(1), waarin hogere percentages voor steun uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw zijn vastgesteld, d.w.z. dat in plaats van het maximale percentage van 40 % van het investeringsbedrag, dat voor normale landbouwbedrijven geldt, een percentage van maximaal 45 % voor jonge landbouwers en van maximaal 55 % voor jonge landbouwers uit probleemgebieden is voorzien.

Artikel 8 voorziet in vestigingssteun ten behoeve van jonge landbouwers voor een maximumbedrag van 25 000 EUR. Dat is waarlijk niet veel om een jonge landbouwer aan te moedigen zich in te zetten voor een landbouwbedrijf, mede gezien de grote hervormingen die hem te wachten staan.

1. Kan de Raad dan ook mededelen waarom in het ontwerp voor de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid geen specifiek hoofdstuk is opgenomen voor de activiteiten van de jonge landbouwers?

2. Is het mogelijk in dit ontwerp een amendement op artikel 8 van verordening nr. 1257/99 op te nemen waarin wordt voorgesteld het bedrag van de vestigingssteun tenminste te verdubbelen en dus te verhogen tot 50 000 EUR?

3. Is het mogelijk in dit ontwerp een amendement op te nemen dat gericht is op verhoging van de investeringssteun (thans voor jonge landbouwers in laagvlakten en berggebieden respectievelijk 45 % en 55 % van het investeringsvolume) tot respectievelijk 65 % en 75 %?

4. Is het mogelijk in dit ontwerp een amendement op te nemen tot afschaffing van de overheidssteunregeling ten gunste van rechtstreekse steun aan jonge landbouwondernemers door de lidstaten en de lokale overheden?

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

Antwoord

(2 oktober 2003)

De Raad is zich bewust van het belang van de jonge landbouwers voor de communautaire landbouw. Het debat in de Raad over de Commissievoorstellen tot hervorming van het GLB heeft op 26 juni een politiek akkoord opgeleverd over het gehele pakket. Krachtens dat akkoord worden in Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het EOGFL, specifieke maatregelen ten behoeve van jonge landbouwers ingevoerd, in het bijzonder verbetering van de investeringssteun voor jonge landbouwers, en toekenning van ruimere steun om de vestiging te vergemakkelijken van jonge landbouwers die gebruik maken van de adviesdiensten betreffende hun activiteiten. Bovendien is in de verordeningstekst een uitdrukkelijke verwijzing opgenomen naar de noodzaak om de uitvoerbaarheid van de maatregelen ten behoeve van jonge landbouwers te verbeteren.