Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1113/03 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Aanwending door de gemeente Pistoia van subsidies uit hoofde van het programma Ecos-Ouverture II.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1113/03 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Aanwending door de gemeente Pistoia van subsidies uit hoofde van het programma Ecos-Ouverture II.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1113/03 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Aanwending door de gemeente Pistoia van subsidies uit hoofde van het programma Ecos-Ouverture II.

Publicatieblad Nr. 011 E van 15/01/2004 blz. 0137 - 0138


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1113/03

van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie

(1 april 2003)

Betreft: Aanwending door de gemeente Pistoia van subsidies uit hoofde van het programma Ecos-Ouverture II

In september 2002 heeft het comité van toezicht van het Italiaanse Ministerie van Economische Zaken een verslag ingediend over de besteding van de door de EU beschikbaar gestelde middelen.

Dit onderzoek heeft o.a. de verontrustende traagheid en het gebrek aan efficiency aan het licht gebracht waarmee bepaalde plaatselijke overheden de projecten toewijzen.

Ook de EG-Commissie heeft herhaaldelijk haar bezorgdheid uitgesproken over de onderbesteding van de Europese subsidies door de plaatselijke overheden.

Sommige plaatselijke overheden, zoals b.v. de gemeente Pistoia, hebben de Europese subsidies hard nodig om de samenwerking tussen regionale actoren uit verschillende geografische gebieden te bevorderen door een gemeenschappelijk project te ontwikkelen dat is gebaseerd op de uitwisseling van ervaringen of de overdracht van know-how, om decentralisatie en deconcentratie te bevorderen door de ontwikkeling van deskundigheid op regionaal en plaatselijk niveau te stimuleren, om het actievermogen en de werkmethoden op het gebied van economische en sociale ontwikkeling te verbeteren van de territoriale lagere overheden en de plaatselijke en regionale actoren in de LME's en in de probleemregio's van de EU.

Kan de Commissie, gezien bovenstaande overwegingen, mededelen:

1. of de gemeente Pistoia projecten heeft ingediend in het kader van het programma Ecos-Ouverture II?

2. of de gemeente Pistoia subsidies voor dergelijke projecten heeft ontvangen?

3. of deze subsidies gebruikt zijn?

Gecombineerd Antwoordvan de heer Barnier namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-0832/03, E-0891/03, E-1104/03,E-1105/03, E-1106/03, E-1107/03, E-1108/03, E-1109/03, E-1110/03,E-1111/03, E-1112/03, E-1113/03, E-1114/03, E-1115/03 en E-1116/03

(25 april 2003)

In artikel 10 van Verordening (EEG) Nr. 2083/93 van de Raad van 20 juli 1993 houdende wijziging van Verordening (EEG) Nr. 4254/88 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) Nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling(1) is een mechanisme aangeleverd voor het financieren van innovatieve regionale ontwikkelingsmaatregelen, waaronder interregionale samenwerking met partners van buiten de Unie. Dit was het programma ECOS-Ouverture II, geleid door het directoraat-generaal (DG) Regionaal Beleid en eveneens medegefinancierd door DG Uitbreiding met zijn programma Phare.

Onder het programma ECOS-Ouverture zijn er twee oproepen tot het indienen van voorstellen verschenen, een in 1997 en een in 1998. Beide malen heeft de Commissie meer dan 300 inschrijvingen binnengekregen. Na een selectieprocedure voor de toepassing van de criteria die in de oproep voor de indiening waren bekendgemaakt, zijn er in totaal 63 projecten uitgekozen. De projecten zijn tussen mei 1998 en begin 2000 gestart, en tussen eind 2001 en begin 2003 afgesloten.

Van de lokale overheden waar in de bovengenoemde schriftelijke vragen naar is verwezen hebben alleen de gemeenten Perugia en Terni in 1997 financiering uit hoofde van het programma ECOS-Ouverture aangevraagd. Perugia heeft in 1998 opnieuw met twee verschillende projecten een aanvraag gedaan. Eveneens in 1998 hebben Florence, Pistoia Provincia en Prato elk met een project en Siena met twee projecten aanvragen gedaan. Geen van de projecten die door de genoemde lokale overheden werden ingediend, kwam door de financieringsselectie.

Dertig andere Italiaanse lokale overheden worden als voornaamste partners in het programma ECOS-Ouverture II vertegenwoordigd. Dit is het hoogste aantal hoofdpartners per land in dit programma.

Pas nadat de Commissie haar onderzoek van de eindverslagen van de projecten van ECOS-Ouverture in de komende maanden heeft voltooid zal het mogelijk zijn mede te delen of alle van deze Italiaanse hoofdpartners in staat zijn geweest al hun aangeboden financiering in te zetten. Uit ervaringen met de reeds afgesloten projecten blijkt evenwel dat het maar zelden voorkomt dat de gelden die krachtens het programma ECOS-Ouverture beschikbaar zijn, niet geheel worden uitgegeven.

(1) PB L 193 van 31.7.1993.