Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1443/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Laos: 20 jaar gevangenisstraf wegens vreedzaam betogen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1443/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Laos: 20 jaar gevangenisstraf wegens vreedzaam betogen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1443/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Laos: 20 jaar gevangenisstraf wegens vreedzaam betogen.

Publicatieblad Nr. 280 E van 21/11/2003 blz. 0143 - 0144


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1443/03

van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie

(24 april 2003)

Betreft: Laos: 20 jaar gevangenisstraf wegens vreedzaam betogen

In zijn verslag 2002 over de rechten van de mens, dat op 31 maart 2003 verschenen is, maakt het Amerikaanse staatsdepartement bekend dat de vijf leiders van de zogenaamde Beweging van 26 oktober Thongpaseuth Keuakoun, Khamphouvieng Sisa-At, Seng-Aloun Phengphanh, Bouavanh Chanmanivong en Keochay die in oktober 1999 aangehouden waren wegens het organiseren van een vreedzame betoging voor democratie in Vientiane, na een proces achter gesloten deuren veroordeeld zijn tot 20 jaar gevangenisstraf wegens activiteiten tegen de regering (sic) en op het ogenblik in Vientiane in de gevangenis zitten. Voordat men het vergeet: de Laotiaanse autoriteiten hebben vroeger andere volkomen tegenstrijdige versies over het lot van de vijf studentenleiders bekendgemaakt. Zo heeft, nadat de autoriteiten van de democratische volksrepubliek Laos twee jaar lang ontkend hadden dat ze de vijf studentenleiders aangehouden hadden, minister van Buitenlandse Zaken Somsavad Lengsavat in november 2001 tegenover de Italiaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Margherita Boniver verklaard dat ze nog niet voor de rechter verschenen waren. De voorzitter van de juridische commissie van de Nationale Assemblee van de democratische volksrepubliek Laos van zijn kant, zegt op een vergadering van het Europees Parlement in juni 2002 in Straatsburg dat ze het jaar voordien veroordeeld zijn. Hij heeft zich er bij die gelegenheid trouwens toe verbonden om de documenten van de procesvoering voor te leggen een verbintenis die ondanks meerdere herinneringspogingen niet nagekomen is.

Heeft de Commissie tegenover de autoriteiten van de democratische volksrepubliek Laos al uiting gegeven aan haar verontwaardiging over de zware veroordeling van de vijf studentenleiders en de manier waarop de gerechtelijke procedure verlopen is? Heeft ze uiting gegeven aan haar uiterste wrevel over het feit dat ze op geen enkel ogenblik juiste informatie gekregen heeft? Vindt ze niet, bij die opstapeling van bijzonder ernstige feiten en gezien de omvang en het belang van de samenwerkingsprogramma's van de Europese Unie in Laos, dat het haar plicht is, als de autoriteiten van de democratische volksrepubliek Laos zich niet formeel verbinden tot een spoedige herziening van het proces tegen de vijf studentenleiders, om de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Laos op te schorten?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(23 mei 2003)

De Commissie blijft erop aandringen dat de eerbiediging van de burgerlijke en politieke rechten, inclusief het recht op vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging, vergadering en religie in Laos versterkt moet worden. Dit is ook uitdrukkelijk opgenomen in de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Laos.

De Commissie heeft de zaak van de vijf leiders van de Beweging van 26 oktober 1999 niet alleen in bilaterale ontmoetingen met de regering van Laos aan de orde gesteld maar ook op andere gelegenheden doch ontving tot dusverre slechts zeer schaarse informatie.

Wat een eventuele schorsing van de Samenwerkingsovereenkomst van de Gemeenschap met de Democratische Volksrepubliek Laos betreft is de Commissie van oordeel dat voortzetting van een samenhangend beleid van een constructieve politieke dialoog met de regering van Laos gekoppeld aan voortdurende steun aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in Laos door middel van door de Gemeenschap gesteunde ontwikkelingsprogramma's meer vruchten zal afwerpen dan een confronterende aanpak.

Mocht de situatie op het gebied van de politieke en mensenrechten echter zodanig verslechteren dat voortzetting van de samenwerking van de Gemeenschap met Laos twijfelachtig wordt dan zal de Commissie bereid zijn het nodige te doen om overeenstemming te bereiken over passende stappen.