Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1486/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie. Cyberracisme.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1486/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie. Cyberracisme.

20.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 70/46


(2004/C 70 E/049)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1486/03

van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie

(2 mei 2003)

Betreft: Cyberracisme

Het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat heeft onlangs opdracht gegeven voor een studie naar de proliferatie van websites die oproepen tot rassenhaat. Is de Commissie op de hoogte van deze proliferatie en wat is haar mening over de toename van dit soort sites?

Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie

(18 juni 2003)

De Commissie veroordeelt krachtig racisme en vreemdelingenhaat, die een rechtstreekse schending vormen van de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat, beginselen waarop de Europese Unie is gegrondvest en die de lidstaten gemeen hebben (zie artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie).

In november 2001 diende de Commissie een voorstel voor een kaderbesluit in(1) — een rechtsinstrument op het gebied van het strafrecht -, dat ten eerste beoogt te garanderen dat in alle lidstaten eenzelfde strafmaat wordt gehanteerd voor dezelfde racistische en xenofobe gedragingen en ten tweede dat de gerechtelijke samenwerking wordt verbeterd en aangemoedigd door mogelijke obstakels weg te nemen. De aanpak van de Commissie op dit gebied houdt in dat uitingen van racisme en vreemdelingenhaat op internet in alle lidstaten strafbaar worden gesteld. Dit is gebaseerd op het beginsel „wat off line onwettig is, is ook on line onwettig”. Bovendien worden in het voorstel enkele minimumcriteria vastgesteld als het gaat om de rechtsmacht met betrekking tot dit soort delicten. Momenteel zijn de onderhandelingen over dit rechtsinstrument in de Raad geblokkeerd en de Commissie betreurt dat sommige lidstaten het acquis van de Unie niet willen versterken dat is opgenomen in het door de Raad in 1996 aangenomen gemeenschappelijk optreden(2) op dat gebied.

Wat de communautaire instrumenten betreft, wordt in artikel 15 van de richtlijn inzake elektronische handel(3) bepaald dat dienstverleners die op verzoek van een afnemer door deze laatste geleverde informatie opslaan, de toegang tot de informatie prompt onmogelijk moeten maken zodra zij kennis hebben van het onwettige karakter van deze informatie.

In overweging 48 van de considerans van de richtlijn wordt de lidstaten de mogelijkheid gegeven om de dienstverleners op te leggen dat zij zich aan „zorgvuldigheidsverplichtingen” moeten houden om bepaalde soorten onwettige activiteiten op te sporen en te voorkomen.

Op internationaal niveau hebben vijftien landen — waaronder tien lidstaten — het Aanvullend protocol bij het verdrag inzake „cybercrime” van de Raad van Europa ondertekend, dat betrekking heeft op het strafbaar stellen van racistische of xenofobe handelingen die met gebruik van computernetwerken worden gesteld.

Het actieplan voor een veiliger internet(4) biedt tevens de mogelijkheid acties tegen racisme (telefoonlijn en bewustwordingsacties) te financieren. Op het forum voor een veiliger internet, dat in het kader van het actieplan wordt opgericht, zullen praktische manieren om op dit punt samen te werken worden besproken.