SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1610/03 van Joan Colom i Naval (PSE) aan de Commissie. Geleidingsvermogen en ecologisch verantwoord debiet met betrekking tot de afwatering van de Ebro volgens het Spaans nationaal waterloopkundig plan.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1610/03 van Joan Colom i Naval (PSE) aan de Commissie. Geleidingsvermogen en ecologisch verantwoord debiet met betrekking tot de afwatering van de Ebro volgens het Spaans nationaal waterloopkundig plan.
20.3.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 70/52 |
(2004/C 70 E/055)
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1610/03
van Joan Colom i Naval (PSE) aan de Commissie
(7 mei 2003)
Betreft: Geleidingsvermogen en ecologisch verantwoord debiet met betrekking tot de afwatering van de Ebro volgens het Spaans nationaal waterloopkundig plan
In haar antwoord van 28 maart 2003 op mijn schriftelijke vraag E-0509/03(1) over de kwaliteit van het water en het Spaans nationaal waterloopkundig plan (ΡΗΝ), erkent de Commissie dat er problemen zijn met het geleidingsvermogen van het water in de benedenloop van de Ebro, maar toch is ze van mening dat de aanbevolen maximumwaarden van verzilting in het plan van de Spaanse regering worden aangehouden. Deze stelling wordt echter verworpen door tal van deskundigen en wetenschappers die, na bestudering van het gemiddelde geleidingvermogen van de betrokken wateren over de afgelopen jaren, concluderen dat het niveau van 1 000 microsiemens per centimeter niet kan worden gewaarborgd als het transferproject eenmaal klaar is en het water in de bekkens van zo slechte kwaliteit zal zijn dat de productie van drinkwater hoge kosten met zich mee brengt.
Daarnaast zorgt het voorstel voor de afwatering van de Ebro, de zogenaamde transfer, evenmin voor een oplossing voor het probleem van het ecologisch verantwoord debiet, en het wordt dan ook aangevochten door alle sociale, politieke en ecologische sectoren (en zelfs door de autonome regering van Catalonië). Het ΡΗΝ stelt dat voor het behoud van het natuurlijke milieu van het Deltagebied een debiet van 100 m3 per seconde voldoende is, wat gelijk staat aan ongeveer 3 100 hm3 per jaar, samen met een Integraal Plan ter bescherming van de delta, dat nog altijd niet is uitgevoerd. De Catalaanse regering daarentegen, stelt voor om het debiet te verhogen tot 135 m3 per seconde, wat beter is dan het oorspronkelijke voorstel in het ΡΗΝ, maar nog altijd niet voldoende om het behoud van de biodiversiteit van de Delta en omgeving te verzekeren(2).
Als het transferplan wordt uitgevoerd volgens het criterium van 100-135 m3 per seconde, zullen de mogelijkheden tot afwatering op korte tijd sterk afnemen en zal de behoefte aan regelgeving in de benedenloop van de Ebro zeer groot zijn, wat dan weer gevolg zal hebben voor de uiteindelijke prijs van het omgeleide water (hogere kosten voor rente en aflossing en exploitatie).
Op welke gegevens baseert de Commissie zich wanneer ze stelt dat het geleidingsvermogen van het water in geen geval de in Richtlijnen 75/440(3) en 98/83(4) voorziene limieten zal overschrijden? Vindt de Commissie dit gedoogbeleid inzake de sterke verzilting van het water compatibel met de kaderrichtlijn water?
Kan de Commissie bevestigen dat met het huidige ontwerp voor de afwatering van de Ebro (o.a. het beoogde debiet), de prijs van het omgeleide water lager zal zijn dan wanneer het water wordt gewonnen via alternatieve methodes die de Spaanse regering niet in overweging neemt (ontzilting, hergebruik)?
Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie
(13 juni 2003)
Zoals de Commissie in haar antwoord op een eerdere vraag van het geachte parlementslid over deze kwestie (E-509/03) reeds vermeldde, is het geleidingsvermogen één van de indicatorparameters die bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water werden vastgesteld. De grenswaarde bedraagt 2500 microsiemens per centimeter. Indien uit monitoringresultaten blijkt dat deze waarde wordt overschreden, dienen de lidstaten te onderzoeken of het niet in acht nemen van deze kwaliteitseis een risico inhoudt voor de volksgezondheid. Voorts bevat Richtlijn 75/440/EEG van de Raad van 16 juni 1975 betreffende de vereiste kwaliteit van het oppervlaktewater dat is bestemd voor productie van drinkwater in de lidstaten, een richtwaarde van 1000 microsiemens per centimeter die de lidstaten moeten proberen na te leven.
Zoals in het antwoord op bovenvermelde vraag eveneens werd aangegeven, bedraagt het gemeten geleidingsvermogen van het water in de benedenloop van de Ebro momenteel ongeveer 1000 microsiemens per centimeter. In dit verband is het nuttig erop te wijzen dat de kaderrichtlijn Water (Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid(5)) het voorschrift bevat om tegen 2015 in alle wateren een goede chemische toestand tot stand te brengen. Bijgevolg mag het geleidingsvermogen van het water in de benedenloop van de Ebro niet noemenswaardig toenemen, wil de kaderrichtlijn Water worden nageleefd.
Het is mogelijk dat de waterkwaliteit in de Ebrodelta, wat het geleidingsvermogen betreft, ten gevolge van de geplande uitbreiding van irrigatieprojecten in toenemende mate onder druk zal komen te staan. A priori is er echter geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen afleiding van Ebrowater tot niet-naleving van de Gemeenschapswetgeving inzake het geleidingsvermogen van het water zal leiden.
Wat de kwestie van de kostprijs betreft, is er geen enkele bepaling van het Gemeenschapsrecht en ook geen enkele EU-beleidsoriëntatie die er de Spaanse autoriteiten uitdrukkelijk toe verplicht, te kiezen voor het alternatief dat het goedkoopste water oplevert. Het ligt dan ook niet op de weg van de Commissie, hieromtrent een standpunt in te nemen.