SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1885/03 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Transparantievereisten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1885/03 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Transparantievereisten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1885/03 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Transparantievereisten.
Publicatieblad Nr. 051 E van 26/02/2004 blz. 0152 - 0152
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1885/03
van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie
(6 juni 2003)
Betreft: Transparantievereisten
De Commissie zegt in haar voorstel voor een transparantierichtlijn dat zij in twee raadplegingsronden 184 reacties heeft gehad. Kan de Commissie een overzicht geven van alle door haar geraadpleegde beleggers en beleggersorganisaties en bij elke organisatie het bedrag vermelden van de middelen die deze organisatie zegt te beheren? Kan zij verder dit overzicht uitsplitsen in de organisaties die naar haar mening duidelijk positief stonden tegenover een verplichte driemaandelijkse verslaglegging en de organisaties die daar apert tegen waren?
Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie
(3 juli 2003)
Het voorstel van de Commissie voor een richtlijn tot harmonisatie van de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten(1) is op 26 maart 2003 bekendgemaakt.
Het voorstel is gebaseerd op twee raadplegingsronden die van juli 2001 tot oktober 2001 en van mei 2002 tot juli 2002 zijn gehouden. In het kader van deze schriftelijke raadpleging heeft de Commissie het publiek (en niet enkel een bepaalde lijst van beleggers, zoals vermeld in de schriftelijke vraag) uitgenodigd om opmerkingen kenbaar te maken betreffende de voorbereiding door de diensten van een voorstel van de Commissie. De Commissie heeft een samenvatting gepubliceerd van de na de eerste raadpleging in december 2002 ontvangen reacties. De in de tweede raadplegingsronde aangevoerde argumenten zijn gedetailleerd uiteengezet in de toelichting bij het voorstel voor een richtlijn.
Deze raadplegingen vormden een aanvullend middel voor het interne overleg van de Commissie betreffende een definitief voorstel. In deze context heeft de Commissie niet enkel de standpunten van de organisaties waarvan sprake in de vraag van het geachte parlementslid in aanmerking genomen, maar ook deze van de particuliere marktdeelnemers, burgers, ondernemingen en verenigingen die de verschillende betrokken economische belangen vertegenwoordigen. Aangezien de raadplegingen aan het publiek gericht waren, werden de potentiële respondenten niet gevraagd om informatie over hun persoonlijke of economische achtergrond te verstrekken. De Commissie heeft weliswaar de bereidheid, maar niet de mogelijkheid om de gevraagde feitelijke achtergrond mee te delen van alle ontvangen antwoorden.
De individuele antwoorden zijn toegankelijk overeenkomstig het acquis van de Gemeenschap inzake de publieke toegankelijkheid van documenten.
Het beleid van de Commissie is tevens in overeenstemming met de aanbevelingen van het comité van wijzen, voorgezeten door Alexandre Lamfalussy, in zijn eindverslag inzake de regulering van de Europese effectenmarkten van februari 2001. Deze aanbevelingen werden integraal goedgekeurd door de Raad in maart 2001 en door het Parlement in februari 2002.
(1) COM(2003) 138 def.