Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1923/03 van Helena Torres Marques (PSE) aan de Commissie. EU-middelen ten behoeve van de toeristensector in het Caribisch gebied (follow-up op het antwoord van de heer Nielson namens de Commissie op vraag P-0743/03)..

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1923/03 van Helena Torres Marques (PSE) aan de Commissie. EU-middelen ten behoeve van de toeristensector in het Caribisch gebied (follow-up op het antwoord van de heer Nielson namens de Commissie op vraag P-0743/03)..

8.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 88/50


(2004/C 88 E/0053)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1923/03

van Helena Torres Marques (PSE) aan de Commissie

(3 juni 2003)

Betreft: EU-middelen ten behoeve van de toeristensector in het Caribisch gebied (follow-up op het antwoord van de heer Nielson namens de Commissie op vraag P-0743/03).

Het antwoord van de Commissie van 26 maart 2003 (op vraag P-0743/03(1)) was tamelijk vaag en teleurstellend.

Twee uitlatingen maakten een onmiddellijke reactie noodzakelijk:

De doelstelling van vermindering van armoede gaat niet op voor de meeste Caribische eilanden die economisch het niveau van sommige Europese landen bereiken.

De uitlating dat het Caribisch gebied een bijzondere toeristische bestemming vormt, waardoor het niet beschouwd zou kunnen worden als een rechtstreekse concurrent voor de meeste Europese markten, bewijst een totaal onbegrip voor de toeristische sector. De hele alinea waaruit deze zin werd gelicht, is trouwens in tegenspraak met de erkenning van de Raad in zijn resolutie van 21 mei 2002 over de toekomst van het toerisme in Europa(2), namelijk dat de leidende positie die Europa inneemt als toeristische bestemming langzaam verzwakt.

Kan de Commissie beide bovengenoemde uitlatingen opnieuw beoordelen en verklaren hoe zij enerzijds haar bezorgdheid kan uiten over de achteruitgang van het concurrentievermogen in de toeristische sector in Europa en anderzijds steun verleent aan concurrerende bestemmingen?

Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie

(8 juli 2003)

De Commissie bevestigt opnieuw dat ondersteuning van de ontwikkeling van het toerisme voor haar een middel is ter ontwikkeling van de economie en ter bestrijding van de armoede. Zij verwijst in dit verband naar de Overeenkomst van Cotonou, waarin de rol van het toerisme duidelijk is omschreven: „In het kader van de samenwerkingsprogramma's en -projecten worden de inspanningen van de ACS-staten ondersteund die gericht zijn op de totstandbrenging en verbetering van het juridische en institutionele kader en de hulpbronnen voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van duurzame beleidslijnen en programma's op het gebied van toerisme, alsmede, onder andere, de verbetering van de concurrentiepositie van deze sector, met name van het MKB, de ondersteuning en bevordering van investeringen, productontwikkeling, inclusief de ontwikkeling van de inheemse culturen in de ACS-staten, en versterking van de onderlinge banden tussen het toerisme en andere sectoren van de economie” (artikel 24). Dit zijn de gebieden waarop de Commissie de inspanningen van de ACS-landen (Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan) ondersteunt.

Voor het Caribisch gebied bedraagt het gemiddelde bruto binnenlands product (BBP) per hoofd ongeveer 4 500 EUR en zijn er twee landen die tot de categorie minstontwikkelde landen behoren. Er is ernstige armoede in landen als Haïti, Guyana, de Dominicaanse Republiek en Jamaica, die meer dan 85 % van de regionale bevolking vertegenwoordigen. De ontwikkelingslanden met middelhoge inkomens vertegenwoordigen daarentegen slechts 3,5 % van de regionale bevolking. De Caribische economieën zijn verder zeer afhankelijk van het toerisme, dat rechtstreeks en onrechtstreeks goed is voor ongeveer 900 000 arbeidsplaatsen. Hun inkomsten uit het toerisme zijn zeer onstabiel en hun economieën zeer fragiel.

De Commissie is van mening dat effectieve steun aan de ontwikkeling van het toerisme in de ACS-landen, en in dit geval het Caribisch gebied, kan bijdragen tot de sociaal-economische ontwikkeling van deze regio's en aldus tot een meer omvattende en samenhangende wereldeconomie. Haar huidige beleid voor de ontwikkeling van het toerisme in het Caribisch gebied is op deze doelstelling gericht.

De beperkte middelen die door de Commissie ter beschikking zijn gesteld voor de ontwikkeling van het toerisme in het Caribisch gebied, dat momenteel slechts goed is voor 3 % van het totaal aantal toeristen en nog steeds een nichemarkt is, lijken geen afbreuk te doen aan de perspectieven van Europese bestemmingen. Deze perspectieven moeten worden versterkt door adequate inspanningen van zowel de particuliere als de openbare sector en gericht zijn op vernieuwing, de verbetering van de kwaliteit en de differentiatie van de aangeboden producten en op de doelmatige afzet van de producten, en zeker niet door een loutere bescherming van de sector en een beperking van onze steun aan ontwikkelingslanden.