Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2154/03 van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie. Vertraging bij de uitbetaling van MKB-projecten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2154/03 van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie. Vertraging bij de uitbetaling van MKB-projecten.

3.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/481


(2004/C 84 E/0558)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2154/03

van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie

(24 juni 2003)

Betreft: Vertraging bij de uitbetaling van MKB-projecten

Het vijfde en zesde kaderprogramma voor onderzoek is o.a. bedoeld om innovatie te bevorderen. Tegen deze achtergrond heeft de Commissie belangstellenden verzocht om voorstellen voor innoverende projecten onder kencijfer INN/01/02 in te dienen. De termijn voor de indiening van voorstellen was 15 maart 2002. Na de evaluatie werden in juni 2002 31 projecten toegewezen. Tot einde december 2002 konden er echter slechts 4 contracten worden gesloten.

Kan de Commissie mededelen waarom 27 van de 31 projecten ook meer dan een jaar na de toezegging van een subsidie nog geen contract hebben gekregen en wanneer zij deze contracten denkt te sluiten?

Is de Commissie het met mij eens dat dergelijke vertragingen individuele projecten ernstig in gevaar brengen? Zo ja, welke maatregelen neemt de Commissie om eventuele schade als gevolg van deze vertraging zo beperkt mogelijk te houden?

Hoeveel projecten zijn er in het vijfde en zesde kaderprogramma voor onderzoek waarvan de evaluatie al een jaar of langer geleden heeft plaatsgevonden, maar het contract nog niet werd ondertekend?

Per eind mei 2003 is er onder de titel onderzoek en technologische ontwikkeling een stuwmeer van rond 7 miljard euro aan betalingen. Kan de Commissie mededelen binnen welke termijn zij dit bedrag denkt af te bouwen, welke maatregelen zij daartoe neemt en of het gevaar aanwezig is dat een deel van de middelen wordt geannuleerd? Doen zich in dit verband ook vertragingen voor bij de uitbetalingen voor lopende projecten die regelmatig rekeningen indienen? Zo ja, in hoeveel gevallen (absolute en relatieve aandeel in alle lopende projecten) en waarom?

Aanvullend antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(18 september 2003)

Als antwoord op het derde punt van zijn vraag, vindt het geachte parlementslid hieronder een overzicht van de contracten voor onderzoek die nog niet getekend zijn en al langer dan een jaar geleden beoordeeld zijn.

Dit overzicht heeft alleen betrekking op het vijfde kaderprogramma voor onderzoek (RTD). De vraag heeft geen betrekking op het zesde kaderprogramma waarvan de uitvoering pas op het einde van 2002 van start is gegaan.

tien individuele beurzen op het gebied van „Menselijke factor en mobiliteit”;

twintig CRAFT-projecten, op het gebied van industriële technologieën;

twee projecten op het gebied van milieu;

vier projecten op het gebied van „Kennismaatschappij en kenniseconomie”.

Meestal zijn de vertragingen te wijten aan de contractanten zelf (contractant verkeert in liquidatie, terugtrekking, gegevenswijziging waardoor een nieuwe inschrijving nodig in het derdenbestand …) of aan de instabiliteit van de partners in het consortium (faillissement, wijziging van prioriteiten, wijziging van partners of coördinator …)