Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2177/03 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Plaatsen van opdrachten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2177/03 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Plaatsen van opdrachten.

8.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 88/389


(2004/C 88 E/0395)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2177/03

van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie

(30 juni 2003)

Betreft: Plaatsen van opdrachten

Zal de Commissie overgaan tot het bijstellen van haar ramingen van het aandeel van de jaarlijkse waarde van overheidsopdrachten — uitgesplitst naar kapitaal en naar de huidige uitgaven — die worden uitbesteed aan buitenlandse ondernemingen in elke lidstaat?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(4 augustus 2003)

In antwoord op een eerdere schriftelijke vraag (E-0563/03) van het geachte parlementslid over overheidsopdrachten(1) heeft de Commissie op basis van een bedrijfsenquête schattingen meegedeeld van het aandeel van de waarde van directe en indirecte intracommunautaire invoer in de totale omvang van de opdrachten in 1998.

De Commissie gaf ook aan dat zij zou nagaan of het mogelijk was deze enquête op te nemen in het kader van het programma van structurele bedrijfsstatistieken dat Eurostat samen met de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten uitvoert. De nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten zijn echter niet bereid gevonden om deze enquête in het programma op te nemen en de Commissie is er tot dusver dan ook niet in geslaagd om deze schattingen te actualiseren.

Alle gegevens wijzen erop dat binnen de EU-markt voor overheidsopdrachten de hoeveelheid en waarde van de directe invoer, of overheidsopdrachten die gegund worden aan niet-ingezeten ondernemingen, laag blijven, op een vergelijkbaar niveau met vroegere cijfers. Momenteel wordt voor de Commissie onderzoek verricht dat nieuwe gegevens zou moeten opleveren inzake grensoverschrijdende activiteiten, prijzen, en de deelname van kleine en middelgrote bedrijven aan overheidsopdrachten. Een recent proefonderzoek van zowel leveranciers van de overheid als van de overheid zelf, dat voor de Commissie is uitgevoerd, lijkt er op het eerste gezicht op te wijzen dat het aandeel van de indirecte invoer momenteel tot circa 14 % van de totale overheidsopdrachten is gestegen. Indien dit cijfer wordt bevestigd, betekent dat een belangrijke stijging ten opzichte van de schatting van 8,5 % in 1998.

De eerste resultaten van deze werkzaamheden, die nog in detail moeten worden geanalyseerd en bevestigd, wijzen er ook op dat dochterondernemingen van buitenlandse bedrijven, die op vele markten voor overheidsopdrachten een belangrijke rol spelen, een zeker succes hebben geboekt bij het binnenhalen van overheidsopdrachten, vergeleken bij binnenlandse gegadigden. De resultaten wijzen ook op een voortdurende actieve belangstelling van EU-bedrijven voor overheidsopdrachten in andere dan de eigen lidstaat.

De Commissie stelt het geachte parlementslid graag op de hoogte van de eindresultaten van deze werkzaamheden, die tegen oktober 2003 worden verwacht, zodat zij nog kunnen worden opgenomen in het jaarverslag over de werking van de producten- en kapitaalmarkten in de Gemeenschap.