SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2183/03 van Maurizio Turco (NI) aan de Commissie. Nog meer schendingen van de godsdienstvrijheid en wettelijke beperkingen van de godsdienstbeoefening in Wit-Rusland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2183/03 van Maurizio Turco (NI) aan de Commissie. Nog meer schendingen van de godsdienstvrijheid en wettelijke beperkingen van de godsdienstbeoefening in Wit-Rusland.
8.4.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 88/384 |
(2004/C 88 E/0391)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2183/03
van Maurizio Turco (NI) aan de Commissie
(30 juni 2003)
Betreft: Nog meer schendingen van de godsdienstvrijheid en wettelijke beperkingen van de godsdienst-beoefening in Wit-Rusland
Op 1 juni is een geroep gewapende politiemannen 's avonds binnengevallen in een privé-woning in de hoofdstad Minsk en heeft daar een hindoeïstisch meditatie-ritueel onderbroken;
de leider van de groep, Natalya Solovyova, heeft verklaard dat deze inval precies een week na een soortgelijke inval in een ander deel van de stad heeft plaatsgevonden;
de hindoeïstische gemeenschap is niet beboet voor deze bijeenkomsten, maar is bedreigd met gerechtelijke maatregelen, waaronder gevangenneming, aangezien deze gemeenschap door de politie is bestempeld als een sekte;
de autoriteiten hebben zich nooit op de wet beroepen als rechtsgrondslag voor een rechtvaardiging van de inval;
de groep heeft vergeefs gepoogd zich te laten registreren vóór de inwerkingtreding van de meer restrictieve Wet op de godsdiensten van afgelopen november;
geen enkele functionaris voor nationale of lokale godsdienstzaken — waaronder Alla Ryabitseva, hoofd van de afdeling etnische en religieuze zaken van Minsk — heeft uitleg gegeven over de reden van de gewapende onderbrekingen van de bijeenkomsten.
Kan de Commissie — gezien het bovenstaande en de uitstekende samenwerkingsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Wit-Rusland op economisch en commercieel gebied — mededelen:
— | of zij op de hoogte is van de hierboven uiteengezette feiten? |
— | welke initiatieven in het kader van de samenwerking een serieus en doeltreffend middel zouden kunnen zijn om Wit-Rusland ertoe te brengen de godsdienstvrijheid te eerbiedigen? |
Gecombineerd Antwoord
van de heer Patten namens de Commissie
op de schritftelijke vragen E-2139/03 en E-2183/03
(28 juli 2003)
In de eerste plaats dient erop te worden gewezen dat de Raad in september 1997 heeft besloten dat de EG en haar lidstaten niet zouden overgaan tot de bekrachtiging van de interim-overeenkomst en de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Belarus en voorts dat de tenuitvoerlegging van de programma's van de Gemeenschap en de lidstaten voor technische bijstand zou worden gestaakt, met uitzondering van humanitaire of regionale projecten of projecten waarbij rechtstreekse steun wordt verleend aan het democratiseringsproces.
Het schorsen van de ratificatie van het partnerschaps- en samenwerkingsproces en het bevriezen van de interim-overeenkomst betekent een forse beperking van de handels- en economische betrekkingen tussen de Unie en Belarus.
De lidstaten en de Commissie zijn op de hoogte van de wet inzake religie die in november 2002 in Belarus werd ingevoerd, en maken zich ernstige zorgen over de wijze waarop deze wordt toegepast. De Unie heeft ook uiting gegeven aan haar bezorgdheid in de context van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) waarvan Belarus lid is. De Commissie is verontrust over de twee door het geachte parlementslid genoemde gevallen.
De Commissie zou er nogmaals op willen wijzen dat zij grote waarde hecht aan het recht op vrijheid van godsdienst, overtuiging en meningsuiting. De Unie heeft telkens weer bevestigd dat de rechten van de mens en democratisering een integrerend deel dienen te vormen van alle politieke dialogen met derde landen. Vrijheid van godsdienst, één van de fundamentele rechten van de mens, alsmede de rechten van religieuze minderheden worden dan ook aan de orde gesteld bij de bilaterale politieke dialogen en eventueel via démarches en officiële verklaringen alsmede via stappen van de Unie bij organisaties zoals de commissie mensenrechten van de Verenigde Naties (VN) of het Derde Comité van de Algemene Vergadering van de VN.
De Commissie blijft steun verlenen aan de vrijheid van godsdienst en de mensenrechten van Belarus, in nauwe samenwerking met de lidstaten, de Raad van Europa, de OVSE en de Verenigde Naties en zal deze kwestie bij Belarus op alle mogelijke gelegenheden aan de orde blijven stellen. Er zijn volgens de Commissie in het kader van haar samenwerking geen andere initiatieven mogelijk die serieuze en doelmatige instrumenten zouden kunnen vormen om Belarus aan te zetten tot eeerbiediging van de vrijheid van godsdienst.