SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2288/03 van Ozan Ceyhun (PSE) aan de Commissie. Behandeling van onderdanen van derde landen in gevangenissen in EU-lidstaten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2288/03 van Ozan Ceyhun (PSE) aan de Commissie. Behandeling van onderdanen van derde landen in gevangenissen in EU-lidstaten.
13.3.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 65/127 |
(2004/C 65 E/141)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2288/03
van Ozan Ceyhun (PSE) aan de Commissie
(11 juli 2003)
Betreft: Behandeling van onderdanen van derde landen in gevangenissen in EU-lidstaten
In een artikel in het Turkse dagblad Hürriyet werd erop gewezen dat onderdanen van derde landen die zich in gevangenissen binnen de EU bevinden in de uitoefening van verschillende rechten worden beperkt.
Het betreft hier het bezoekrecht, het recht klachten in te dienen en het recht op bewegingsvrijheid overdag.
In hoeverre is de Commissie hiervan op de hoogte? Op welke gebieden hebben deze beperkingen betrekking en hebben ze gevolgen? Als er sprake is van beperkingen van rechten, op welke rechtsgrondslag berusten deze dan? Worden deze beperkingen in het kader van de aanpassing van de interne politieke ontwikkeling behandeld, of zullen ze per nationale staat verschillend blijven?
Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie
(18 september 2003)
De Commissie heeft geen exemplaar van het artikel waarnaar het geachte parlementslid verwijst en kan bijgevolg geen concreet antwoord geven op vragen die betrekking hebben op informatie uit dat artikel. De tenuitvoerlegging van straffen (waaronder voorwaardelijke invrijheidsstelling) zal worden behandeld in een groenboek (inzake de harmonisatie, erkenning en tenuitvoerlegging van straffen in de Unie) dat de Commissie waarschijnlijk in oktober 2003 zal goedkeuren. Momenteel kent het recht van de Unie geen specifieke regels voor het recht van gevangenen om klachten in te dienen, maar valt dat recht voornamelijk onder het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa (artikel 6), en de nationale wetgeving van de lidstaten.