Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2331/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Goedkeuring van een wetgeving waarmee de burgerlijke vrijheden verder worden beknot.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2331/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Goedkeuring van een wetgeving waarmee de burgerlijke vrijheden verder worden beknot.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2331/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Goedkeuring van een wetgeving waarmee de burgerlijke vrijheden verder worden beknot.

Publicatieblad Nr. 051 E van 26/02/2004 blz. 0238 - 0239


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2331/03

van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie

(16 juli 2003)

Betreft: Goedkeuring van een wetgeving waarmee de burgerlijke vrijheden verder worden beknot

Op 9 juli 2003 is de Wetgevende Raad van Hongkong bijeengeroepen voor de definitieve goedkeuring van een wet tegen subversieve praktijken, die erop gericht is in de wetgeving van de voormalige Britse kolonie dezelfde repressieve maatregelen op te nemen als die welke door de autoriteiten

in Peking worden gebruikt tegen de Falung Gong-beweging, de clandestiene kerken en politieke tegenstanders. De persbureaus hebben een overzicht gegeven van de voornaamste onderdelen van deze wetgeving: levenslange hechtenis voor degenen die zich schuldig maken aan hoogverraad, oproer, afscheiding en subversieve praktijken. Voorts worden de bevoegdheden van de veiligheidsdienst versterkt inzake hechtenis van of huiszoekingen bij verdachte personen. Bovendien is een verbod afgekondigd op organisaties die op het Chinese vasteland reeds verboden zijn.

Over welke nadere informatie beschikt de Commissie met betrekking tot dit overheidsbesluit? Welke initiatieven denkt zij te ontplooien om te voorkomen dat een maatregel wordt goedgekeurd waartegen honderdduizenden burgers van de voormalige Britse kolonie in de afgelopen dagen de straat op zijn gegaan? Is de Commissie niet ook van mening dat Peking aldus als eerste verraad pleegt aan zijn twijfelachtige theorie van één land, twee systemen, en dat op deze wijze de uitzonderingspositie van Hongkong op het Chinese grondgebied ten aanzien van de eerbiediging van de meest fundamentele rechten van de mens ernstig in gevaar dreigt te komen?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(12 augustus 2003)

De Commissie volgt nauwgezet de goedkeuring door Hongkong van een wet met betrekking tot de nationale veiligheid, overeenkomstig artikel 23 van de basiswet van de speciale administratieve regio. Sinds het begin van dit proces heeft zij uit verschillende bronnen zeer gedetailleerde informatie verzameld.

Zonder te betwisten dat de regering van Hongkong op grond van artikel 23 grondwettelijk verplicht is wetgeving uit te vaardigen, zou de Commissie graag zien dat in toekomstige wetgeving de fundamentele rechten van burgers in Hongkong beschermd worden, zoals gegarandeerd is in de basiswet, en dat de speciale administratieve regio haar internationale verplichtingen nakomt, met name met betrekking tot de twee verdragen inzake mensenrechten van de Verenigde Naties.

De Europese Unie heeft in vier achtereenvolgende verklaringen blijk gegeven van haar bezorgdheid ten aanzien van bepaalde maatregelen die de regering aanvankelijk voorstelde, zoals met name het verbod op lokale organisaties, de te vage definitie van subversieve praktijken en oproer en de bepalingen inzake staatsgeheimen. Deze standpunten zijn ter kennis van de autoriteiten van Hongkong gebracht tijdens verschillende démarches van de trojka van delegatieleiders.

In haar laatste verklaring van 16 juli 2003 stelt de Europese Unie tot haar tevredenheid vast dat drie nieuwe amendementen zijn ingediend door de regering en dat het onderzoek van het wetsontwerp door de Wetgevende Raad is uitgesteld, waardoor in Hongkong een beter openbaar debat over deze kwestie gevoerd kan worden. De Europese Unie herhaalt haar wens dat Hongkong op termijn universeel stemrecht zal toepassen, het ultieme doel van de basiswet.

De Commissie zal nauwlettend blijven toezien op de ontwikkelingen in verband met artikel 23, zowel wat betreft het nieuwe openbare debat als de goedkeuring van de wet en de toepassing ervan in de toekomst, en zal nagaan of deze in overeenstemming zijn met het beginsel één land, twee systemen.