Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2406/03 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Verzekering motorvoertuigen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2406/03 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Verzekering motorvoertuigen.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/404


(2004/C 78 E/0426)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2406/03

van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie

(21 juli 2003)

Betreft: Verzekering motorvoertuigen

Op 19 juni 2003 stelde de Belgische Ombudsvrouw voor verzekeringen haar jaarrapport voor. Uit deze informatie blijkt dat het bonus-malusattest vanaf 1 januari 2004 wordt vervangen door „het attest schadeverleden”.

Het jaarrapport 2001 van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds leert dat tussen 1997 en 2001 het aantal schadegevallen waarbij niet-verzekerde voertuigen waren betrokken opliep met 70 % — van ongeveer 4 950 tot ongeveer 8 450. Het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds vergoedt de geleden schade aan de slachtoffers van niet-verzekerde chauffeurs. Het put daarvoor uit middelen die door de verzekeraars worden samengebracht en, in afgeleide daarvan, dus door onder meer de bestuurders die hun voertuig en zichzelf wél behoorlijk laten verzekeren.

Meer in het algemeen wordt het aantal niet-verzekerde bestuurders in België geschat op 100 000. Een groot deel daarvan bestaat uit bestuurders die bij een reguliere verzekeringsmaatschappij niet meer kunnen worden verzekerd omwille van hun schadeverleden: omdat particuliere verzekeringsmaatschappijen hen niet meer willen verzekeren of omdat hun premies ondraaglijk hoog zijn. Vanaf 1 november zullen deze bestuurders in België terecht kunnen bij het zg. Tariferingsbureau. De eventuele verliezen daarvan zullen worden gedragen door alle verzekeringsmaatschappijen samen en, in afgeleide daarvan, dus door onder meer de bestuurders die hun voertuig en zichzelf wél behoorlijk laten verzekeren.

In antwoord op vraag H-0525/02(1) antwoordt de Commissie het volgende: „Niemand anders dan degenen die schade veroorzaken, behoort op te draaien voor diezelfde schade.” In datzelfde antwoord geeft de Commissie ook te kennen dat zij verplichte bonus-malusregels verbiedt. De Commissie oordeelt ook dat „het vrij verhandelen van verzekeringsproducten in het belang is van de grote meerderheid van de automobilisten. Ze kunnen de verzekeringsonderneming kiezen die goede bestuurders beloont met lagere premies.”

Deelt de Commissie het oordeel dat het „attest schadeverleden” in feite weinig meer is dan een verkapte vorm van bonus-malus? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welk alternatief stelt zij in dit geval voor?

Deelt de Commissie het oordeel dat de goede bestuurders middels hun bijdrage aan het Motorwaarborgfonds of het Tariferingsbureau hoe dan ook indirect opdraaien voor de „brokkenmakers”, zoals omschreven in het antwoord van de Commissie d.d. 3 september 2002? Op welke manier rechtvaardigt zij deze gang van zaken? Welk alternatief stelt zij voor?

Hoewel de aansprakelijkheidsverzekering verplicht is stijgt het aantal onverzekerde chauffeurs zienderogen. Welke maatregelen stelt de Europese Commissie voor die zijzelf of de lidstaten moeten nemen om (a) dit aantal aanzienlijk terug te dringen en (b) er tegelijkertijd op toe te zien dat iedereen kan rekenenen op een betaalbare aansprakelijkheidsverzekering?