Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2457/03 van Patricia McKenna (Verts/ALE) aan de Commissie. Mededingingsverstorende handelingen van de Ierse staat op de elektriciteitsmarkt.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2457/03 van Patricia McKenna (Verts/ALE) aan de Commissie. Mededingingsverstorende handelingen van de Ierse staat op de elektriciteitsmarkt.

20.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 70/101


(2004/C 70 E/102)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2457/03

van Patricia McKenna (Verts/ALE) aan de Commissie

(23 juli 2003)

Betreft: Mededingingsverstorende handelingen van de Ierse staat op de elektriciteitsmarkt

Op 9 juli kondigde de Ierse staat de gunning aan van contracten voor de aankoop van duurzame energie, na een aanbestedingsprocedure in het kader van de AER (Alternative Energy Requirement)-steunregeling. De Commissie heeft eerder verklaard dat deze regeling geen staatssteun inhoudt. De belangrijkste begunstigde is een dochteronderneming van de nationale elektriciteitsmaatschappij ESB (Electricity Supply Board). Het Kish Consortium van de ESB heeft 100 % van de contracten voor de opwekking van windenergie in zee gewonnen.

Is de Commissie het ermee eens dat dergelijke gunningen het liberaliseringproces belemmeren, aangezien de ESB in Ierland reeds 88 % van de energie levert, en tevens het leveringsnetwerk in bezit heeft, en dat hiermee bovendien het voornemen van de Ierse regering en de ESB om het aandeel tot circa 60 % te verlagen wordt ondermijnd?

Is de Commissie het ermee eens dat het toestaan dat de ESB grote hoeveelheden aandelen van zijn balans overbrengt naar zijn dochterondernemingen zodat ze commerciële organisaties kunnen onderbieden een vorm van marktverstoring inhoudt en indruist tegen het vereiste van afstandelijke betrekkingen tussen deze organisaties, en dat de door de toezichthouder voor energie vastgestelde regels blijkbaar ontoereikend waren?

Acht de Commissie het juist dat de Ierse staat dit soort steun verleent aan bedrijven waarvan het de meerderheidsaandeelhouder is, terwijl de staat tegelijkertijd voorstelt om deze aandelen te zijner tijd op de markt te brengen?

Vormt deze handeling voor de Commissie aanleiding om haar in het kader van haar goedkeuring van de staatssteun geformuleerde conclusie dat de ESB geen staatssteun heeft ontvangen te wijzigen?

Is deze handeling in overeenstemming met de richtlijn inzake overheidsopdrachten voor wat betreft de deelname van openbare ondernemingen?

Gaat de Commissie de Ierse staat verzoeken de tenuitvoerlegging van de aan de ESB en zijn partners gegunde contracten onverwijld stop te zetten terwijl de Commissie deze vragen onderzoekt?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(15 september 2003)

Het besluit van de Commissie inzake steunmaatregelen in verband met de Alternative Energy Requirement (AER)-regeling(1) legt geen enkele voorwaarde op met betrekking tot de aard van de inschrijvers. Dit besluit is erop gericht de hoeveelheid uit duurzame energiebronnen geproduceerde elektriciteit in Ierland te verhogen en niets staat de deelname hieraan door dochterondernemingen van de Electricity Supply Board (ESB) in de weg, mits zij voldoen aan de gunningscriteria van de aanbestedingen. Artikel 9, lid 1, onder b) van de richtlijn „nutsbedrijven” 93/38/EEG(2) voorziet bovendien in een bijzondere vrijstelling van de toepassing van de richtlijn, zelfs bij aankoop van energie, en in het bijzonder „(is de richtlijn niet van toepassing) op opdrachten die door de (…) aanbestedende diensten worden geplaatst voor de levering van energie of brandstoffen, bestemd voor de opwekking van energie”. De ESB is een van de aanbestedende diensten die in Richtlijn 93/38/EEG worden opgesomd.

De verhoging van het vermogen van ESB om elektriciteit op basis van hernieuwbare energiebronnen op te wekken, is niet onverenigbaar met een daling van haar aandeel in de totale elektriciteitsproductie in Ierland. De daling kan namelijk tot stand worden gebracht door een vermindering van de op conventionele energiebronnen gebaseerde productiecapaciteit van ESB.

De Commissie is van oordeel dat het de Ierse Staat, als meerderheidsaandeelhouder van ESB, vrij staat het kapitaal van die onderneming naar eigen inzicht te beheren, voorzover hij handelt overeenkomstig het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie. In dit geval blijkt uit geen enkele informatie waarover de Commissie beschikt, dat de dochterondernemingen van ESB steun van de moedermaatschappij ontvangen in de vorm van bijvoorbeeld prestaties die zijn geleverd tegen prijzen beneden de marktprijs.

Bijgevolg is de Commissie niet van plan haar besluit zodanig te wijzigen dat de dochterondernemingen van ESB van de AER-systemen worden uitgesloten.

Voornoemd besluit van de Commissie belet niet dat geselecteerde groene-stroomproducenten, en in dit geval dus bepaalde dochterondernemingen van ESB, daadwerkelijk staatssteun ontvangen. Het besluit maakt het gewoonweg onmogelijk dat ESB — als kanaal voor het verlenen van steun en als begunstigde van compensaties die door ESB volledig herverdeeld worden onder de geselecteerde groene-stroomproducenten — zelf steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag ontvangt. De conclusies van de Commissie zijn dus niet gewijzigd door de feiten waarop het geachte parlementslid de aandacht heeft gevestigd.

Gelet op het voorgaande is de Commissie niet van plan op te treden bij de gunning van contracten aan ESB of aan zijn partners.